Gisteravond heb ik de film 90 degrees South gekeken. Die is gemaakt door Herbert Ponting tijdens de laatste expeditie van kapitein Scott naar de Zuidpool. Het is vreemd om de mannen te zien waar ik vaak over heb gelezen, vooral om de levende Edward Wilson te zien. Je weet terwijl je zit te kijken dat Scott en Wilson de reis niet zullen overleven. Het is wel leuk en heel bijzonder dat de film toen is gemaakt. Wat ook grappig is zijn de echte natuuropnamen, plaatjes van Adélie-pinguïns en Weddell-zeehonden. Soms een andere interpretatie van het gedrag, maar wel dingen die nog nooit waren gefilmd.
Ik was eerder dit jaar voor het eerst op het vasteland van Antarctica. Ik liep daar in de sneeuw een niet al te hoge heuvel op, maar kon me daar wel iets meer voorstellen van de tocht die de mannen hebben gemaakt. Lopen in de sneeuw, in het zomerse licht maakt dat het wit pijn doet aan je ogen, en je kunt je indenken wat het is om sneeuwblind te worden. Het lopen door de rulle sneeuw is zwaar, en dan liep ik er gewoon, zonder ook nog een zware slee te moeten trekken. Hoe de mannen het uithielden in de kou is mij wel een raadsel. Ik stond een half uur stil te wachten op een bootje, in de wind en de regen, en raakte meteen onderkoeld. En dan was ik er nog in de zomer, en langs de rand waar het lang zo koud niet is.
Het blijft een fascinerend continent, de uitdaging destijds voor Amundsen, Scott en Shackleton is dan ook wel te begrijpen. Ik denk dat ik zelf toch vooral de rand mooi vind, het schiereiland, de plekken waar het leven zich bevindt, waar je de zeezoogdieren vindt, de vogels, de pinguïns, de mossen en de twee Antarctische planten. Hier is het landschap mooi en grillig, je ziet er de meest fantastische
vormen en de mooiste kleuren blauw. Dat blijft fascinerend. Ik zou ook weleens aan de andere kant willen kijken, de plekken waar Scott en zijn mannen vandaan vertrokken.
Toen ik tegen een collega op het werk zei dat ik dit jaar weer terugging naar Antarctica was ze heel verbaasd. "Maar je hebt het toch al een keer gezien?" Het landschap verandert steeds, het dierenleven is elke reis anders en altijd onvoorspelbaar. Ik was er dit jaar twee keer, met een tussenpoos van drie weken, en zag steeds weer andere dingen. Grotere pinguïnkuikens, een ander landschap, een andere hemel en ander licht. Het licht is er anders, heel mooi. Je ziet er ook wolken die je hier niet zult zien.
Kortom, wanneer mag ik weer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten