21 februari, 2007

Aswoensdag

Ik ben niet zo van het carnaval vieren, maar voor mij heeft de vastentijd wel een bijzondere betekenis. Ik heb een paar jaar ook aan vasten gedaan, eigenlijk geïnspireerd door een collega van mij. Hij was een bijzondere man waar ik veel van geleerd heb op veel manieren. Hij heette Boudewijn en was met alles wat hij deed zeer gedreven, met zijn werk, zijn golf, en zijn muziek. Hij had zijn eigen manier om te vasten, een strakke lijst met wat je nou precies mag eten tussen aswoensdag en pasen, en dat was niet veel, voorschriften over roken, drinken en bewegen. Hij had zijn eigen redenen om te vasten, voor hemzelf om niet te zwaar te worden, maar ook om af en toe even wat meer na te denken over de overdaad en onze manier van leven. Ruim 6 weken vasten betekent dat je je eetgewoonten verandert en dat blijft ook na het vasten zo. Tegen het eind van de vasten was hij altijd bleek en dun, en vaak ook een beetje chagrijnig. Ik bewonderde hem wel altijd om zijn volhardendheid. Ik heb een paar keer met hem meegedaan en vond dat ook wel bijzonder.

Hij was niet altijd makkelijk te benaderen, maar vaak juist ook weer heel open. Hij heeft me met veel dingen in het werk geholpen. Ik ben ook een paar keer met hem op stap geweest omdat we samen aan een project werkten. Ik werkte toen nog veel voor de verschillende Nederlandse luchthavens, dus we gingen naar Schiphol, naar Eindhoven en naar Groningen. Dat laatste staat me nog het beste bij omdat we twee dagen woningen gingen tellen in de omgeving van Eelde. Ik vind het nog steeds heel bijzonder dat ik twee dagen met Boudewijn op stap ben geweest.
Een enkele keer ontmoette ik de Boudewijn die niet aan het werk was. Dat was in Groningen, toen we samen gingen eten en praatten over persoonlijke dingen. En dat was ook op de Parade in Amsterdam, waar hij trombone speelde met de Nazaten van Prins Hendrik. Hij deed dat zoals hij alles deed, met volle overgave.

Boudewijn was ook een man met een "zwarte draad" in zijn leven, en er kwam een moment dat hij het leven niet meer aankon. Hij heeft het toen ook zelf beëindigd, veel te jong. Ik heb er op een vreemde manier altijd vrede mee gehad en ik had tot het laatst goed contact met hem, hoewel ik al ergens anders werkte. Hij heeft misschien te kort geleefd, maar wel altijd met volle overgave en overtuiging in alles wat hij deed. Ik heb nooit anders gekund dan zijn keuze respecteren, hoezeer ik hem ook af en toe nog mis.

Geen opmerkingen: