24 februari, 2007

het zuiden

Ik was weer in het zuiden, in het verre zuiden. Het tweede seizoen aan het werk op het schip als gids. Het is wel vreemd dat het bijna gewoon voelt. Het is leuk om op Antarctica aan te komen, de plaatsen te herkennen, precies te weten wat je waar kunt vinden. En het is ook heel leuk om daar bekenden te zien, mensen die ik vorig jaar heb leren kennen en die ook weer terug zijn voor het zomerseizoen. Het is grappig om kennissen zo ver weg te hebben en daar ervaringen mee te delen.

Wat enorm overweldigend blijft zijn de landschappen. De hoge witte bergen, de rotsformaties de ijsbergen die overal om je heen drijven. En dan is er het altijd wisselende licht op al die landschappen die het veel meer kleur geven dan je wellicht zou verwachten. Je ziet wit en alle tinten blauw, maar ook roze en rood licht daaroverheen. En het licht wisselt altijd weer, het is ongelooflijk mooi en vijf minuten later is het totaal anders maar net zo mooi. Dat is wat
verbazingwekkend blijft. Je kunt het niet op een foto vastleggen of omschrijven, je kunt het alleen maar bekijken en opslaan in je geheugen.

En dan zijn er de dieren. Als je ergens bij een kolonie staat zie je pinguins om je heen zonder dat daar een grappig muziekje aan te pas komt. Dit zijn kleine, stoere vogels die elke dag weer moeten zien te overleven. Van hun eigen overleven hangt ook het overleven van hun jongen af. Ze lopen en zwemmen lange afstanden om hun jongen van voedsel te voorzien en dat gaat vaak allemaal maar net goed. Het is ook een echte gemeenschap, met allerlei onderlinge verbanden
en conflicten. Als je de tijd neemt even ergens te gaan zitten en alleen maar te gaan zitten dan zie je van alles voor je ogen gebeuren. De begroeting van de partner die met voedsel terugkeert op het nest, het bedelen van de jongen, de nieuwsgierigheid van de jongen, maar ook het wegjagen van de kleine die per ongeluk een ander nest in dwaalt.

Deze keer heb ik ook prachtig walvissen kunnen bekijken, bultruggen die aan het eten waren. Het lukte de kapitein het schip redelijk bij de dieren in de buurt te houden zodat we een uur lang konden bekijken hoe ze aan het jagen en eten waren. Ze blazen een visnet van luchtbubbels het water in om het krill bijeen te drijven. Vervolgens pakken ze dan in één keer een hele bek vol met die kleine beestjes. Ze waren met z'n tweeën aan het jagen, dus keer op keer kwamen die
enorme bekken boven het water uit. Ook weer beelden die je bijblijven.

Mensen vragen dan hoeveel foto's je hebt gemaakt. Van mijn totale acht weken zijn dat er precies 954, dat zie je makkelijk met zo'n digitale camera. Maar uiteindelijk zijn het vooral beelden die in je hoofd blijven zitten, daar heb je geen camera voor nodig.

Geen opmerkingen: