Gisteravond was ik naar een concert van Cristina Branco. Ik had haar al eerder gezien, en was toen onder de indruk van haar stem en expressie, en dat had ik gisteravond weer. Ze is niet groot, maar straalt een enorme energie uit. De stem heeft een aardig volume, ze kan er prachtig mee spelen, en hoewel ik geen Portugees versta, was het toch wel helder waar de liedjes over gaan. Heel mooi. Ze had ook weer haar vaste begeleiders, vier mannen die goed op elkaar zijn ingespeeld, en mooie muziek kunnen maken.
Ik moet zeggen dat ik op dit moment verder vooral luister naar Christy Moore. Ik ken zijn muziek intussen ook al een paar jaar, maar ga die steeds meer waarderen. Hij heeft in de loop der jaren veel opgenomen en ik ken nog niet alles, en het blijft leuk steeds weer nieuwe dingen te horen. Tegelijk merk ik dat ik bekende liedjes steeds leuker ga vinden. Zijn werk is gevarieerd, van enorm grappige, wilde verhalen tot hele mooie, zachte liefdesliedjes. Nu ik meer van zijn hele werk beluister merk ik ook hoe enorm zijn stem in de loop van de jaren is veranderd.
30 september, 2005
28 september, 2005
cijfertjes
Omdat ik er over denk ooit nog eens een bedrijfje te starten, en omdat ik af en toe voor een beginnend ondernemer als klankbord fungeer, heb ik een cursus "bedrijfsadministratie opzetten" gevolgd bij de Kamer van Koophandel. Niet een langdurige opleiding maar gewoon een dag de basisprincipes doornemen. Ook weer veel geleerd. Het belangrijkste was eigenlijk wel dat je het niet moeilijker moet maken dan het is.
Ik wist niet dat personal shopper tegenwoordig ook een beroep is. En dat zoveel mensen zich met je interieur kunnen bezighouden. Fiscaal krijg je dan heel interessante discussies over zakelijke kosten... Het is toch al een hele interessante materie zo al met al. Weer een andere wereld.
De cursus werd gegeven door een accountant met een eigen bedrijf, die 52% loonbelasting betaalt,
af en toe bij een zakenlunch ook de pannenkoeken van de kinderen als zakelijke onkosten ziet, en die een mooi krijtstreeppak aanhad, keurig gecoördineerd met schoenen en stropdas. Hij gaf een hele goede cursus, duidelijk veel praktijkervaring maar ook nog het talent om alles goed uit te leggen en het geheel niet saai te maken.
De groep was redelijk gemengd, mensen die een winkel willen openen, een beveiligingsbedrijf opzetten, interieuradviezen willen gaan geven. Wel redelijk veel luxe zo al met al. En altijd aardige discussies over de auto van de zaak en de aftrekbaarheid van zakelijke diners. Ik denk dat administratie op zich ook niet heel erg moeilijk is, maar misschien is het uitleggen niet altijd heel eenvoudig.
Ik weet niet of ik ooit een echte bedrijfsadministratie zal gaan bijhouden, maar ik heb na vandaag in elk geval het gevoel dat ik in elk geval de basis wel zal kunnen.
Ik wist niet dat personal shopper tegenwoordig ook een beroep is. En dat zoveel mensen zich met je interieur kunnen bezighouden. Fiscaal krijg je dan heel interessante discussies over zakelijke kosten... Het is toch al een hele interessante materie zo al met al. Weer een andere wereld.
De cursus werd gegeven door een accountant met een eigen bedrijf, die 52% loonbelasting betaalt,
af en toe bij een zakenlunch ook de pannenkoeken van de kinderen als zakelijke onkosten ziet, en die een mooi krijtstreeppak aanhad, keurig gecoördineerd met schoenen en stropdas. Hij gaf een hele goede cursus, duidelijk veel praktijkervaring maar ook nog het talent om alles goed uit te leggen en het geheel niet saai te maken.
De groep was redelijk gemengd, mensen die een winkel willen openen, een beveiligingsbedrijf opzetten, interieuradviezen willen gaan geven. Wel redelijk veel luxe zo al met al. En altijd aardige discussies over de auto van de zaak en de aftrekbaarheid van zakelijke diners. Ik denk dat administratie op zich ook niet heel erg moeilijk is, maar misschien is het uitleggen niet altijd heel eenvoudig.
Ik weet niet of ik ooit een echte bedrijfsadministratie zal gaan bijhouden, maar ik heb na vandaag in elk geval het gevoel dat ik in elk geval de basis wel zal kunnen.
22 september, 2005
second opinion
Het was vandaag een ongewone dag. Normaal zit ik bijna elke dag op dezelfde plek op hetzelfde kantoor. Vandaag was ik ingehuurd voor een kort adviesklusje bij een ander bedrijf, het geven van een second opinion. Ik wist vantevoren niet veel van de situatie, en mijn binnenkomst werd een beetje een koude douche. Het duurde eerst al tien minuten om voorbij de receptie te komen omdat de receptionist verwikkeld was in een lange telefonische discussie over zijn schafttijd en vervolgens geen idee had bij wie ik nu eigenlijk moest zijn. Hij begon iemand op te roepen die er niet was, en die ook niet de persoon bleek te zijn met wie ik de afspraak had. Via een andere telefooncentrale en iemand die wel kon luisteren kwam ik uiteindelijk wel bij de juiste persoon terecht.
Ik had de afspraak gemaakt op verzoek van een afdelingshoofd met een assistent-projectleider. Het werk dat ik moest beoordelen was opgesteld door twee projectmedewerkers. Twee oudere heren. Op het moment dat ik de vergaderkamer binnenstapte wist ik dat zij niet echt op mij zaten te wachten. Ik kreeg een hand, maar toen we even op onze projectleider moesten wachten draaiden ze allebei hun rug naar me toe, de één begon wat met de computer te spelen, de ander begon de gang in te kijken.
Ik werd in eerste instantie aangesproken op het feit dat mijn bedrijf niet hetzelfde computerprogramma gebruikt als de "opdrachtgever". Daarmee werd mijn positie even helder gemaakt, ik was de opdrachtnemer, de heren de opdrachtgever. Geen second opinion van een expert, dus.
Gelukkig was het werk dat ik moest beoordelen op zich wel goed, dus dat maakte het makkelijker om het ijs te breken. Ik heb erg mijn best gedaan de heren in hun waarde te laten, ondanks hun weinig professionele houding. Ik ga er ook vanuit dat ze weten wat ze doen, en dat ik niet over allerlei technische details hoef te gaan steggelen. Het is meer een kwestie van diplomatiek ingaan op dingen die misschien nog even uitgezocht moeten worden. Ik kon wel mijn bijdrage leveren, maar voelde in de loop van de ochtend de stemming toch net iets meer ontspannen worden.
Je voelt wel de lastige verhoudingen. Als ik een opmerking maak over een taak die blijkbaar door de projectleider had moeten worden uitgevoerd maar die nog niet afgerond is dan springen de heren daar meteen op en vallen hun projectleider aan. De projectleider is ook nog jong. Het is een soort klassiek spel van de oude ervaren rotten en de jonge hond. En daar kom ik dan tussendoor als meisje van buitenaf die de mannen weleens even gaat vertellen hoe het moet.
Uiteindelijk hebben we de dag beperkt tot een paar uur, want om 12 uur moesten de heren eten... En dat gaat natuurlijk voor alles. Ik heb de rest van het product thuis doorgenomen en vervolgens nog een schriftelijk advies geleverd. Al met al wel een hele leerzame dag.
Binnenkort moet ik een deel van een vakcursus geven, en één van de heren zal daar ook aanschuiven. Ik ben heel benieuwd naar zijn kritische inbreng.
Ik had de afspraak gemaakt op verzoek van een afdelingshoofd met een assistent-projectleider. Het werk dat ik moest beoordelen was opgesteld door twee projectmedewerkers. Twee oudere heren. Op het moment dat ik de vergaderkamer binnenstapte wist ik dat zij niet echt op mij zaten te wachten. Ik kreeg een hand, maar toen we even op onze projectleider moesten wachten draaiden ze allebei hun rug naar me toe, de één begon wat met de computer te spelen, de ander begon de gang in te kijken.
Ik werd in eerste instantie aangesproken op het feit dat mijn bedrijf niet hetzelfde computerprogramma gebruikt als de "opdrachtgever". Daarmee werd mijn positie even helder gemaakt, ik was de opdrachtnemer, de heren de opdrachtgever. Geen second opinion van een expert, dus.
Gelukkig was het werk dat ik moest beoordelen op zich wel goed, dus dat maakte het makkelijker om het ijs te breken. Ik heb erg mijn best gedaan de heren in hun waarde te laten, ondanks hun weinig professionele houding. Ik ga er ook vanuit dat ze weten wat ze doen, en dat ik niet over allerlei technische details hoef te gaan steggelen. Het is meer een kwestie van diplomatiek ingaan op dingen die misschien nog even uitgezocht moeten worden. Ik kon wel mijn bijdrage leveren, maar voelde in de loop van de ochtend de stemming toch net iets meer ontspannen worden.
Je voelt wel de lastige verhoudingen. Als ik een opmerking maak over een taak die blijkbaar door de projectleider had moeten worden uitgevoerd maar die nog niet afgerond is dan springen de heren daar meteen op en vallen hun projectleider aan. De projectleider is ook nog jong. Het is een soort klassiek spel van de oude ervaren rotten en de jonge hond. En daar kom ik dan tussendoor als meisje van buitenaf die de mannen weleens even gaat vertellen hoe het moet.
Uiteindelijk hebben we de dag beperkt tot een paar uur, want om 12 uur moesten de heren eten... En dat gaat natuurlijk voor alles. Ik heb de rest van het product thuis doorgenomen en vervolgens nog een schriftelijk advies geleverd. Al met al wel een hele leerzame dag.
Binnenkort moet ik een deel van een vakcursus geven, en één van de heren zal daar ook aanschuiven. Ik ben heel benieuwd naar zijn kritische inbreng.
20 september, 2005
haantjes
De wereld zit vol haantjes, en dat wordt alleen maar erger. Je komt ze overal tegen… Op het werk, in het verkeer, in het zwembad. En tegenwoordig heb je ook vrouwelijke haantjes. Haantjes kraaien altijd het hoogste woord, ook als ze niets te zeggen hebben. Haantjes hebben dan vaak niet door dat dat niet de manier is om dingen gedaan te krijgen. Ik kan op mijn werk soms wel dingen voor mensen doen of regelen, maar haantjesgedrag werkt niet bepaald motiverend. Dan treedt bij mij het anti-haantjesgedrag-gedrag in werking, en word ik ambtenaar. Dan is er heel weinig meer mogelijk…
19 september, 2005
herfst?
Zo ongemerkt wordt het ’s avonds steeds vroeger donker en voor je het weet zit je om half negen al met het licht aan. Je moet er weer aan denken ’s avonds je fietslampjes mee te nemen als je op stap gaat. En je moet je regenpak meenemen.
Maar je hebt dan ’s ochtends onderweg wel weer dat prachtige lage licht in het park door de bomen. De nevels boven het gras. Zaterdag was ik in de polder en daar kon ik genieten van de mooie hollandse luchten. Blauw daarboven, groen onder, en hele mooie witte wolken.
18 september, 2005
Garbo
Een rustige zondag, niet iets bijzonders. Vandaag is de honderdste geboortedag van Greta Garbo, één van de eerste filmsterren en één van de beroemdste, maar als je het niet al wist zul je het ook niet weten. Geen enkele film op televisie, nergens een artikel of een documentaire. Bij toeval vond ik de catalogus van een tentoonstelling van foto’s uit haar eigen collectie, maar dat was het dan ook wel. Vreemd voor zo’n beroemde vrouw. Of is ze intussen misschien teveel deel van het verleden en weten de meeste mensen ook niet meer wie zij was? Ze heeft veel stomme films gemaakt, een paar waarin ze ook heeft gesproken. Vrijwel alle films waren in zwart-wit, in een acteerstijl die nu niet meer acceptabel zou zijn. Maar ze was ook een icoon, ze was het beeld van haar tijd. Een bijzondere vrouw, die het eerste deel van haar leven de belangstelling zocht, als actrice, maar die als vrouw altijd die belangstelling meed. In haar latere leven was dat voornamelijk wat ze deed.
Ik heb een aantal van haar films gezien en ik heb veel gelezen over haar leven. De films zijn intrigerend omdat ze zo anders zijn dan de films van vandaag, de stijl van acteren is anders, en je moet daar erg aan wennen, maar de persoonlijkheid van Garbo komt er wel doorheen. Als je naar foto’s van haar kijkt, de foto’s vergelijkt, is het soms of je naar twee totaal verschillende vrouwen kijkt. In de vroege films zie je de enorm dramatische manier van acteren waarin alles moest worden gezegd met de grote gebaren, in latere films heeft ze ook haar stem tot haar beschikking. Het is jammer dat ze maar zo kort gespeeld heeft, maar aan de andere kant heeft dat ook geholpen om de mythe in stand te houden.
Ik was een paar jaar geleden in Stockholm en heb daar haar graf bezocht. Ze ligt op een grote, zeer groene begraafplaats. Het is een prachtig plekje met een zeer eenvoudig graf. Wel heel ruim. Ik heb op die plek een tijdje op een bankje gezeten en genoten van de rust en de stilte. Precies wat ze altijd zocht. Ik heb daar ook mijn eerste bonte vliegenvanger ooit gezien, een prachtig zwart-wit vogeltje dat op een tak boven haar graf zat. Het is een mooie herinnering.
Voor mij is ze één van de belangrijkste, beeldbepalende vrouwen uit de twintigste eeuw, maar haar honderdste geboortedag gaat stil voorbij. Onbegrijpelijk.
16 september, 2005
nat
Vandaag weer heerlijk gezwommen, bijna anderhalf uur. Het werkt wel een beetje verslavend, moet ik zeggen, als ik eenmaal de slag te pakken heb, het water voel, dan heb ik moeite er uiteindelijk weer uit te gaan. Ik weet niet precies wat het is, maar het is heerlijk ontspannend om gewoon de hele tijd van de ene naar de andere kant te zwemmen, niet te veel na te denken, het water te voelen. Je kunt voor je uit kijken in het prachtige schone water.
Het bad waar ik zwem is maar klein en soms net iets te vol. De meeste mensen zwemmen maar even dus het wordt altijd wel weer rustiger. Sommigen nemen heel veel plaats in door de manier waarop ze zwemmen, maar de meeste mensen zwemmen rustig hun baantjes, ieder in zijn eigen tempo. Je bent even los van de wereld buiten.
En even voor nu, wat kan die Luka Bloom toch ontzettend mooie muziek maken….
Het bad waar ik zwem is maar klein en soms net iets te vol. De meeste mensen zwemmen maar even dus het wordt altijd wel weer rustiger. Sommigen nemen heel veel plaats in door de manier waarop ze zwemmen, maar de meeste mensen zwemmen rustig hun baantjes, ieder in zijn eigen tempo. Je bent even los van de wereld buiten.
En even voor nu, wat kan die Luka Bloom toch ontzettend mooie muziek maken….
15 september, 2005
herfst
Het lijkt erop dat het nu toch echt herfst aan het worden is. Veel regen vandaag, geen zon. Ik ben altijd een beetje tweeslachtig bij het wisselen van de seizoenen. Ik ben geen echte zonaanbidder, maar ben de zon de afgelopen jaren wel meer gaan waarderen. Het licht en de warmte op je huid, het feit dat je geen drie lagen kleding aanhoeft zodra je naar buiten gaat. Of in mijn huis moet dat eigenlijk binnen ook. Maar goed de winter heeft ook zo z’n charme, denk ik dan maar.
13 september, 2005
natuur
Het was weer een sociaal weekend, dus veel mensen. Altijd wel leuk en gezellig, maar soms ook wel vermoeiend. Ik heb nu wel weer zin een eind te gaan wandelen in de duinen, de wind om mijn kop te voelen, rond te kijken en foto’s te maken. En ik wil nu ook wel eens een draaihals zien, ze zitten blijkbaar overal.
Ik ben nu eigenlijk vooral op mijn werk achter mijn bureau bezig met natuur. Papieren natuur, dus, en dat is toch een stuk minder leuk. Ook wel heel erg de moeite waard, maar weer op een heel andere manier.
Het is buiten nu ook wel weer de tijd van de spinnen. Ze zitten overal. Een nieuw gebouwde sluis die nog niet in gebruik is genomen, niet ver bij mij vandaan, biedt een goed tehuis aan heel veel spinnen....
11 september, 2005
Hemmerechts
Ik heb het boek van Kristien Hemmerechts uitgelezen. Weer zo’n boek dat je blijft achtervolgen, en waar ik nog weer naar terug zal grijpen. Het is een vreemd boek, geen simpel verhaal maar meer een soort verslag van gebeurtenissen en gedachten. Soms gaat het alle kanten op, maar het zet wel aan het denken. En er zitten gewoon hele mooie zinnen in. Hemmerechts weet mij altijd wel weer te raken. Ik kan er eigenlijk niet eens zoveel over zeggen, maar ik heb wel zin het boek nog een keer te lezen.
10 september, 2005
dEUS
Sommige dingen nemen mythische vormen aan omdat ze onbereikbaar lijken. Zelfs redelijk eenvoudige dingen. Zo weet ik dat ik nooit de Beatles live zal zien, dat weet ik in elk geval zeker. Ik heb wel Paul McCartney gezien, dichterbij een Beatles-concert kun je niet komen, denk ik. Ik had niet gedacht Christy Moore ooit nog te zien optreden, maar dat is dan toch vorige maand gelukt. Deze week was het dEUS een bijna onbestaande, bestaande band. Ik ken de muziek, vind lang niet alles mooi, maar sommige dingen juist weer erg mooi. En dat is wat me bij het concert opviel. Ik heb soms staan luisteren met mijn ogen dicht, en omdat de muziek zo hard was kon je die door je hele lijf voelen. Dat was ook wel weer vreemd.
Het was erg druk en warm in de zaal en je had heel weinig bewegingsruimte. Ik voelde me af en toe compleet opgesloten en dan had ik de neiging weg te lopen. Ik stond een tijdje achter een hele lange man, maar die was op een gegeven moment zo aardig mij voor te laten gaan zodat ik redelijk zicht kreeg op het podium. Dat was erg aardig. Bij dit soort staande rock-concerten verbaas ik me toch altijd wel weer over wat er allemaal gebeurt. Sommige mensen zijn enorm toegewijd en kunnen alle nummers meezingen, anderen zijn meegekomen en kijken een beetje verveeld rond. En dan heb je de mensen die vooral het contact met de wereld buiten niet willen kwijtraken en die tijdens het concert aan een stuk door sms-en.
Vanochtend heerlijk vijf kwartier gezwommen. Ik probeer altijd een uur, afhankelijk van de drukte en of ik tijd heb, maar vanochtend was het heerlijk rustig en ik wilde gewoon maar doorzwemmen. Als ik geen afspraak had gehad was ik nog wel langer doorgegaan. Het voelt altijd zo heerlijk ontspannend, het water en de beweging, het is goed voor je conditie en ik heb er veel plezier in. Zo begin je een dag goed, en dat maakt de rest van de dag ook goed. Ik ben vrij veel buiten geweest, heb heerlijk een eind gelopen, op een terrasje een latte gedronken en in het park een boek zitten lezen. Af en toe moet je ook echt vrij nemen op je vrije dag.
Ik ben vandaag precies drie maanden geleden lid geworden van de sportschool, bedenk ik mij net, en daar ben ik nog steeds heel blij mee. Ik deed eigenlijk nooit iets aan sport omdat ik het helemaal niet leuk vond, maar nu moest ik iets gaan doen, omdat mijn conditie steeds minder werd en omdat ik last had van RSI. Toen ik lid werd twijfelde ik er wel over of ik het vol zou houden maar tot nu toe valt het me niet tegen. Soms ga ik braaf trainen en werk ik het vastgestelde programma af, soms hou ik het iets korter, en soms ga ik gewoon een tijd zwemmen. Zo al met al ben ik al vaker geweest dan ik zelf aanvankelijk had gedacht en ik vind het ook wel leuk. Ik heb er ook baat bij want ik voel me fitter en energieker, en ik ben er zelfs van afgevallen. Kortom, ga zo door meisje.
Het was erg druk en warm in de zaal en je had heel weinig bewegingsruimte. Ik voelde me af en toe compleet opgesloten en dan had ik de neiging weg te lopen. Ik stond een tijdje achter een hele lange man, maar die was op een gegeven moment zo aardig mij voor te laten gaan zodat ik redelijk zicht kreeg op het podium. Dat was erg aardig. Bij dit soort staande rock-concerten verbaas ik me toch altijd wel weer over wat er allemaal gebeurt. Sommige mensen zijn enorm toegewijd en kunnen alle nummers meezingen, anderen zijn meegekomen en kijken een beetje verveeld rond. En dan heb je de mensen die vooral het contact met de wereld buiten niet willen kwijtraken en die tijdens het concert aan een stuk door sms-en.
Vanochtend heerlijk vijf kwartier gezwommen. Ik probeer altijd een uur, afhankelijk van de drukte en of ik tijd heb, maar vanochtend was het heerlijk rustig en ik wilde gewoon maar doorzwemmen. Als ik geen afspraak had gehad was ik nog wel langer doorgegaan. Het voelt altijd zo heerlijk ontspannend, het water en de beweging, het is goed voor je conditie en ik heb er veel plezier in. Zo begin je een dag goed, en dat maakt de rest van de dag ook goed. Ik ben vrij veel buiten geweest, heb heerlijk een eind gelopen, op een terrasje een latte gedronken en in het park een boek zitten lezen. Af en toe moet je ook echt vrij nemen op je vrije dag.
Ik ben vandaag precies drie maanden geleden lid geworden van de sportschool, bedenk ik mij net, en daar ben ik nog steeds heel blij mee. Ik deed eigenlijk nooit iets aan sport omdat ik het helemaal niet leuk vond, maar nu moest ik iets gaan doen, omdat mijn conditie steeds minder werd en omdat ik last had van RSI. Toen ik lid werd twijfelde ik er wel over of ik het vol zou houden maar tot nu toe valt het me niet tegen. Soms ga ik braaf trainen en werk ik het vastgestelde programma af, soms hou ik het iets korter, en soms ga ik gewoon een tijd zwemmen. Zo al met al ben ik al vaker geweest dan ik zelf aanvankelijk had gedacht en ik vind het ook wel leuk. Ik heb er ook baat bij want ik voel me fitter en energieker, en ik ben er zelfs van afgevallen. Kortom, ga zo door meisje.
07 september, 2005
Up on the Roof
Soms is het heel mooi weer en kun je op het dak eten. Dat gebeurt niet zo vaak. Het is wel lekker omdat je daar dan nog wel weer een beetje wind hebt. Op het dak verandert je perspectief, je bent verder van de grond, van de drukte in de stad. Vanaf het dak heb je ook de mooie blauwe luchten en uitzicht over allerlei andere daken. Een andere wereld. En dan een salade, een glas wijn en goed gezelschap, wat wil een mens nog meer?
06 september, 2005
ATWT
Ik ben een soort fan van “As the World Turns”. Het is een compleet foute Amerikaanse soap, waar ik heerlijk in mee kan gaan af en toe. Je ziet de meest onwaarschijnlijke dingen gebeuren, de ene moord na de andere, iedereen rolt van de ene relatie in de andere en de meeste personages hebben ooit wel eens iets met elkaar gehad. Mensen doen elkaar dingen aan waar je niet aan moet denken, en vallen elkaar later toch weer zonder meer in de armen. Als je erover nadenkt heb je het over een enorm beklemmende en benauwende situatie, maar op de een of andere manier werkt het toch niet echt zo.
Soms kan ik met spanning uitzien naar de volgende aflevering en een tijdje helemaal opgaan in een verhaallijn, maar dan heb ik er op een gegeven moment ook wel weer genoeg van en dan wordt het me te gek. En soms ben ik de foute personages ook echt zat. Het blijft uiteindelijk een soort strijd tussen goed en kwaad en het goed is nu eenmaal een beetje saai. Uiteindelijk blijf je ook jarenlang dezelfde personages volgen, en die veranderen soms van kwaad naar goed en weer terug. Van boosdoener naar slachtoffer. Het is ook altijd prachtig om te zien dat weinig personages echt doodgaan. Vaak is er een ongeluk zonder lichaam zodat het altijd mogelijk blijft op een later moment zo’n personage terug te laten komen. En toch is het leuk.
Soms kan ik met spanning uitzien naar de volgende aflevering en een tijdje helemaal opgaan in een verhaallijn, maar dan heb ik er op een gegeven moment ook wel weer genoeg van en dan wordt het me te gek. En soms ben ik de foute personages ook echt zat. Het blijft uiteindelijk een soort strijd tussen goed en kwaad en het goed is nu eenmaal een beetje saai. Uiteindelijk blijf je ook jarenlang dezelfde personages volgen, en die veranderen soms van kwaad naar goed en weer terug. Van boosdoener naar slachtoffer. Het is ook altijd prachtig om te zien dat weinig personages echt doodgaan. Vaak is er een ongeluk zonder lichaam zodat het altijd mogelijk blijft op een later moment zo’n personage terug te laten komen. En toch is het leuk.
04 september, 2005
Rooze
Soms gebeurt er iets wat je blij maakt, iets kleins maar wel iets bijzonders. Er zijn schrijvers die ik volg, waar ik alles van lees en die veel voor mij betekenen. Kristien Hemmerechts is er daar een van. Er is iets in haar boeken wat mij ontroert of onrustig maakt, ik leer ervan. Gisteren zag ik in het raam van de boekhandel een boek van haar dat ik niet kende, en het bleek net uit. Sinds ik geen krant meer heb mis ik dit soort informatie, wanneer komen de nieuwe boeken uit. Dat betekent dat ik er niet meer naar uit kan kijken, maar dat betekent ook dat je dus ineens leuk verrast kunt worden. Ik had een afspraak, en moest doorlopen, maar ik was al blij met het vooruitzicht dat ik een nieuwe Hemmerechts kon halen. Na mijn afspraak ben ik teruggelopen naar de boekhandel en ik heb het boek gekocht. Het is ook zo’n boek dat je wellicht zou kopen ook als je de schrijfster niet kende, door de titel en de vormgeving.
Ik moest eerst nog even mijn vorige boek uitlezen, een boek van Tracey Chevalier over de “ Lady en de Unicorn”. Ook mooi, maar niet zo diepgravend als de boeken van Hemmerechts. Of het zegt mij gewoon minder.
Maar goed, ik ben nu in de Hemmerechts begonnen, maar ik schiet niet zo op. Ik ben al voor de derde keer begonnen omdat er zoveel mooie zinnen in staan. Ik lees eigenlijk altijd het verhaal, ik probeer mee te leven met personages, te begrijpen wat er met hen gebeurt, maar dat lukt me hier maar gedeeltelijk. Ik leef wel mee met de personages, maar het zijn de zinnen, de gedachten tussen alles door die me grijpen. Eigenlijk de gedeeltes die ik misschien in andere boeken snel zou overslaan. Dat vind ik zo grappig. Ik ben een snelle lezer en kan makkelijk in een week vier boeken of meer verslinden, maar met dit boek kan dat niet.
Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren voor ik dit boek uit heb, en of ik het tegen die tijd uit mijn hoofd ken.
Ik moest eerst nog even mijn vorige boek uitlezen, een boek van Tracey Chevalier over de “ Lady en de Unicorn”. Ook mooi, maar niet zo diepgravend als de boeken van Hemmerechts. Of het zegt mij gewoon minder.
Maar goed, ik ben nu in de Hemmerechts begonnen, maar ik schiet niet zo op. Ik ben al voor de derde keer begonnen omdat er zoveel mooie zinnen in staan. Ik lees eigenlijk altijd het verhaal, ik probeer mee te leven met personages, te begrijpen wat er met hen gebeurt, maar dat lukt me hier maar gedeeltelijk. Ik leef wel mee met de personages, maar het zijn de zinnen, de gedachten tussen alles door die me grijpen. Eigenlijk de gedeeltes die ik misschien in andere boeken snel zou overslaan. Dat vind ik zo grappig. Ik ben een snelle lezer en kan makkelijk in een week vier boeken of meer verslinden, maar met dit boek kan dat niet.
Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren voor ik dit boek uit heb, en of ik het tegen die tijd uit mijn hoofd ken.
03 september, 2005
Luka
“Exploring the Blue” is een liedje van Luka Bloom. Luka is de man wiens muziek de afgelopen jaren het meest voor mij heeft betekend en die mij het meest heeft geraakt. Christy Moore is zijn oudere broer, door Luka ben ik naar Christy gaan luisteren. Dat is wel grappig omdat ik de laatste tijd vooral naar de oudere broer luister, omdat ik hem eindelijk een keer live heb gezien, en misschien omdat ik nog lang niet al zijn muziek ken en er voor mij nog veel nieuws te ontdekken valt.
Ik weet niet precies waarom ik zo’n fan ben van Luka. Hij maakt mooie liedjes, mooie teksten en melodieën, en hij heeft een warme stem die hij heel goed kan gebruiken. Zijn gitaarspel kan heel mooi en terughoudend zijn, maar ook fenomenaal en overweldigend. Hij is weleens een eenmansband genoemd en dat is hij ook.
Ik heb jaren geleden van een vriend de cd “Turf” gekregen omdat ik die altijd opzetten wanneer ik bij hem thuis was. Dat deed ik eigenlijk omdat ik de cd wel mooi vond, en veel van de andere muziek die die vriend had niet. Maar goed, ik kreeg de cd, draaide die af en toe, vond hem wel mooi maar niet heel bijzonder. Toen ik hoorde dat een collega naar een concert van Luka ging ben ik meegegaan, en toen ik de man live zag en hoorde was ik verkocht. Ik heb alle cds gekocht en ben sindsdien regelmatig naar concerten gegaan. Ik hoor altijd wel weer iets nieuws, er is altijd wel weer iets wat het concert de moeite waard maakt.
Het is wel grappig dat ik nu ook Christy live heb gezien, en weer net zo onder de indruk ben als ik een paar jaar geleden van Luka was. De broers zijn heel verschillend maar hebben dezelfde passie en gedrevenheid, dezelfde integriteit en uitstraling.
“ Exploring the Blue” is om allerlei redenen een bijzonder liedje. Het is zonder meer mooi. Het is het favoriete nummer van de collega die mij meenam naar mijn eerste concert en toen haar vader was overleden werd het nummer gedraaid bij de crematie. Dat maakte indruk.
Jaren geleden had ik een collega, een wat oudere man, en een bijzondere man, Hein. Hij was altijd weer op zoek naar het ultieme blauw. Hij droeg blauwe kleding, had een blauwe perforator en nietmachine op zijn bureau staan, en als hij op straat iets blauws vond nam hij dat mee. Het ging in een doos met een briefje eraan waar en wanneer hij het gevonden had. Hij was een zeiler en zocht altijd tussen de zee en de lucht vanuit de mast het ultieme blauw. Uiteindelijk is Hein verdronken tijdens een zeiltocht op de Noordzee. Dat is iets wat me altijd is blijven bezighouden. Het blauw dat hij zocht is hem fataal geworden. Ik kende Hein helemaal niet zo goed, we werkten niet aan dezelfde projecten, kwamen elkaar wel af en toe ’s ochtends vroeg tegen bij het koffiezetapparaat omdat we altijd allebei vroeg begonnen. Als ik op het werk kwam hoorde ik ergens van achter een muurtje zijn “hallo”. Ik denk nog vaak aan hem.
Tijdens mijn zeiltocht dit voorjaar naar Antarctica en over de zuidelijke Atlantische Oceaan heb ik hier ook vaak aan gedacht. Aan het blauw, het liedje van Luka en ook aan Hein. Antarctica is het continent van het blauw. Je hebt er soms de helblauwe luchten, het blauwe water, alle schakeringen blauw in de ijsbergen, het blauw in de oogring van de Antarctische aalscholvers. Tegelijkertijd zijn er weinig andere kleuren die afleiden van het blauw. Misschien vind je hier wel het ultieme blauw.
Hier vind je ook de ultieme leegte misschien wel. Dagen zeilen over een oceaan zonder een ander schip te zien of een vliegtuig. De hele wereld is besloten in het schip, wat daarbuiten gebeurt is niet relevant.
Ik weet niet precies waarom ik zo’n fan ben van Luka. Hij maakt mooie liedjes, mooie teksten en melodieën, en hij heeft een warme stem die hij heel goed kan gebruiken. Zijn gitaarspel kan heel mooi en terughoudend zijn, maar ook fenomenaal en overweldigend. Hij is weleens een eenmansband genoemd en dat is hij ook.
Ik heb jaren geleden van een vriend de cd “Turf” gekregen omdat ik die altijd opzetten wanneer ik bij hem thuis was. Dat deed ik eigenlijk omdat ik de cd wel mooi vond, en veel van de andere muziek die die vriend had niet. Maar goed, ik kreeg de cd, draaide die af en toe, vond hem wel mooi maar niet heel bijzonder. Toen ik hoorde dat een collega naar een concert van Luka ging ben ik meegegaan, en toen ik de man live zag en hoorde was ik verkocht. Ik heb alle cds gekocht en ben sindsdien regelmatig naar concerten gegaan. Ik hoor altijd wel weer iets nieuws, er is altijd wel weer iets wat het concert de moeite waard maakt.
Het is wel grappig dat ik nu ook Christy live heb gezien, en weer net zo onder de indruk ben als ik een paar jaar geleden van Luka was. De broers zijn heel verschillend maar hebben dezelfde passie en gedrevenheid, dezelfde integriteit en uitstraling.
“ Exploring the Blue” is om allerlei redenen een bijzonder liedje. Het is zonder meer mooi. Het is het favoriete nummer van de collega die mij meenam naar mijn eerste concert en toen haar vader was overleden werd het nummer gedraaid bij de crematie. Dat maakte indruk.
Jaren geleden had ik een collega, een wat oudere man, en een bijzondere man, Hein. Hij was altijd weer op zoek naar het ultieme blauw. Hij droeg blauwe kleding, had een blauwe perforator en nietmachine op zijn bureau staan, en als hij op straat iets blauws vond nam hij dat mee. Het ging in een doos met een briefje eraan waar en wanneer hij het gevonden had. Hij was een zeiler en zocht altijd tussen de zee en de lucht vanuit de mast het ultieme blauw. Uiteindelijk is Hein verdronken tijdens een zeiltocht op de Noordzee. Dat is iets wat me altijd is blijven bezighouden. Het blauw dat hij zocht is hem fataal geworden. Ik kende Hein helemaal niet zo goed, we werkten niet aan dezelfde projecten, kwamen elkaar wel af en toe ’s ochtends vroeg tegen bij het koffiezetapparaat omdat we altijd allebei vroeg begonnen. Als ik op het werk kwam hoorde ik ergens van achter een muurtje zijn “hallo”. Ik denk nog vaak aan hem.
Tijdens mijn zeiltocht dit voorjaar naar Antarctica en over de zuidelijke Atlantische Oceaan heb ik hier ook vaak aan gedacht. Aan het blauw, het liedje van Luka en ook aan Hein. Antarctica is het continent van het blauw. Je hebt er soms de helblauwe luchten, het blauwe water, alle schakeringen blauw in de ijsbergen, het blauw in de oogring van de Antarctische aalscholvers. Tegelijkertijd zijn er weinig andere kleuren die afleiden van het blauw. Misschien vind je hier wel het ultieme blauw.
Hier vind je ook de ultieme leegte misschien wel. Dagen zeilen over een oceaan zonder een ander schip te zien of een vliegtuig. De hele wereld is besloten in het schip, wat daarbuiten gebeurt is niet relevant.
22 augustus, 2005
de feeks
Ik weet niet wat Shakespeare zou vinden van de nieuwe productie van “Temmen van de Feeks” van Toneelgroep Amsterdam. Misschien dat de brallerige, studentikoze sfeer hem wel aan zou spreken, het leven in zijn tijd was ook niet zo beschaafd en elegant. Of er zoveel sex en geweld in zou moeten zitten weet ik niet. De Feeks blijft altijd dubbel. Misschien moet je het inderdaad plaatsen in de tijd waarin het werd geschreven en is dit de plek die de vrouw toen innam, maar ik vraag me dat af. Is Katarina uiteindelijk echt getemd? Er is wel ruimte voor twijfel.
Ik heb tot nu toe alleen producties van het stuk gezien die vol humor zaten, misschien traditioneler, maar ik weet niet precies in welke traditie. Veel van de oude toneelstukken die nog steeds worden gespeeld worden heel respectvol behandeld en dat schiet soms zijn doel voorbij. Maar of dit het nu is weet ik ook niet.
Ik heb tot nu toe alleen producties van het stuk gezien die vol humor zaten, misschien traditioneler, maar ik weet niet precies in welke traditie. Veel van de oude toneelstukken die nog steeds worden gespeeld worden heel respectvol behandeld en dat schiet soms zijn doel voorbij. Maar of dit het nu is weet ik ook niet.
11 augustus, 2005
slaap
Slecht geslapen vannacht, ik weet niet precies waarom. Veel draaien, veel denken en uiteindelijk ook veel dromen. Een vreemde droom, die ik me nu nog kan herinneren omdat ik ergens middenin wakker werd. Tegelijk had ik ook het gevoel dat ik dit al eerder had gedroomd. Het was geen leuke droom,
Als je zo slecht slaapt is het vervolgens moeilijk geconcentreerd aan het werk te gaan en goed na te denken bij de dingen die je doet. Veel koffie dan maar.
Als je zo slecht slaapt is het vervolgens moeilijk geconcentreerd aan het werk te gaan en goed na te denken bij de dingen die je doet. Veel koffie dan maar.
vakantie
Het is een lange zomer omdat ik dit jaar niet in de zomermaanden op vakantie ga. Ik zie mensen vertrekken en weer terug komen, maar ik ben zelf helemaal niet zo met vakanties en vrije dagen bezig. Misschien dat dat gewoon zo is als je geen plannen hebt en weet dat je niet op stap gaat.
Het is soms wel vreemd om te bedenken dat ik in het voorjaar zo ver weg was. Als ik nu kijk naar de foto’s van de pinguins op Antarctica en de albatrossen op de zuidelijke oceaan kan ik me niet zo goed meer voorstellen dat ik daar ook echt was. Het is letterlijk en figuurlijk heel ver weg. Volgende week is het SAIL in Amsterdam en dan komt het schip hier ook, ik ga er nog even kijken. Ik weet niet of dat leuk is omdat het nu het schip van andere mensen is. Er zullen al weer dingen veranderd zijn en het zal rondom het schip niet zo lekker stil zijn.
Vorige week zag ik een documentaire over Tristan da Cunha, de mensen, de plaatsen. Ik heb de meeste plekken die ze lieten zien ook gezien, waarschijnlijk ook een groot aantal van de mensen. Het is nog steeds zo’n onbereikbaar eiland, zo ver weg en zo weinig verbindingen. Ik begrijp het wantrouwen van de mensen daar wel een beetje als het gaat om weer meer nieuwsgierige buitenstaanders. Een collega vertelde me gisteren dat het eiland sinds kort een eigen postcode heeft, nu kunnen eilanders ook via internet winkelen. De enige reden waarom de postcode nodig was.
Ik heb de afgelopen tijd veel nieuwe muziek gekregen, en ik heb niet eens de tijd of de rust er eens even goed naar te luisteren. Ik luister veel naar Christy Moore, heb kennisgemaakt met Damien Dempsey, maar ook nieuwe cds van Cristina Branco en Piter Wilkens. Mooie dingen. Vandaag vond ik weer een dvd met balletten van het Nederlands Dans Theater, ook heel mooi gemaakt. Het is een fantastische serie zwart-wit balletten gemaakt door Jiri Kylian. Weinig aankleding, vaak heel subtiele bewegingen, zo mooi in alle eenvoud.
Er is altijd zoveel te doen en zo weinig tijd. Ik vind het op dit moment heerlijk om te sporten, om in beweging te zijn, maar omdat ik dat een paar keer per week wil doen is er soms zo weinig tijd voor andere dingen. Het is ook altijd weer regelen en organiseren, soms heb ik daar geen zin in. Het kan ook zo heerlijk zijn om een weekend in een boek te leven zoals met Harry Potter.
09 augustus, 2005
spannend
Voor dit weekend had ik niet veel plannen wel er werd wel veel regen voorspeld. Dus een goed moment om me aan de nieuwe Harry Potter te wagen. Eerst nog even moeten zoeken om een exemplaar te vinden, ik denk daar dan altijd weer te laat aan. Ik heb hem wel net uitgelezen en ben er wel een beetje van ondersteboven. Rowling heeft alles wel mooi scherp gezet voor deel 7. Het is dan ook wel weer lekker om een heel weekend in zo’n boek te duiken. Ik ken alle kritiek intussen wel, maar dat maakt me niet zoveel uit. Ik vind het heerlijk spannend en ontspannen lezen.
In het voorjaar heb ik de boeken van Dan Brown gelezen, alle vier, en daar heb ik hetzelfde gevoel een beetje over. Niet de wereldliteratuur waar je nou heel veel wijzer van wordt, maar wel spannende boeken waar je je helemaal in in kunt leven. (rare zin). En dat kan echt heerlijk zijn.
In het voorjaar heb ik de boeken van Dan Brown gelezen, alle vier, en daar heb ik hetzelfde gevoel een beetje over. Niet de wereldliteratuur waar je nou heel veel wijzer van wordt, maar wel spannende boeken waar je je helemaal in in kunt leven. (rare zin). En dat kan echt heerlijk zijn.
07 augustus, 2005
Christy
Afgelopen week heb ik voor het eerst Christy Moore in concert gezien. Twee keer in Paradiso. Ik kende de live-opnamen wel, uit mijn hoofd, want ik was er altijd zwaar van onder de indruk. Nu ik hem ook werkelijk heb gezien ben ik alleen maar meer onder de indruk. Hij was goed bij stem, zong een grote variatie aan liedjes en was zo totaal aanwezig op het toneel. Het waren twee verschillende concerten, hij speelde ook verschillende sets, dus op de tweede avond speelde hij weer nieuwe nummers. Ook letterlijk voor mij nieuwe nummers, liedjes die ik nog niet op de cds heb gehoord.
Toen Christy opkwam kreeg ik wel kippevel, moet ik zeggen. Ik heb zo vaak naar zijn muziek geluisterd, en omdat hij zo lang niet heeft opgetreden had ik me er al bij neergelegd dat ik hem niet zou zien optreden. En nu komt hij gewoon hiernaartoe en kan ik hem zien en live horen zingen. Ik heb altijd wel een bepaald idee gehad over Christy, en dat klopte wel zo ongeveer met de man die ik zag. Een sterke persoonlijkheid, een gevoelsmens, iemand die begaan is met anderen. Ik hou wel van de variatie in zijn werk, de sociaal-politieke liedjes die hij vol overtuiging brengt, de tedere liefdesliedjes, maar ook de heerlijke grappige verhalen die hij vertelt.
Het was heel bijzonder mee te kunnen zingen met “Lisdoonvarna” en “Ride On”, en te horen hoe zo’n hele zaal dat deed. En ik vond het knap hoe hij communiceerde met de zaal.
Ik was op beide avonden met vrienden en dat maakte het extra leuk. Een avond met een Belgische vriend die ik nog niet eens zo lang ken, de andere avond met Duitse vrienden die ik al langer ken en die ik met enige regelmaat bij concerten tegenkom. Ook enthousiast over Christy. De muziek zit nu nog steeds in mijn hoofd.
Toen Christy opkwam kreeg ik wel kippevel, moet ik zeggen. Ik heb zo vaak naar zijn muziek geluisterd, en omdat hij zo lang niet heeft opgetreden had ik me er al bij neergelegd dat ik hem niet zou zien optreden. En nu komt hij gewoon hiernaartoe en kan ik hem zien en live horen zingen. Ik heb altijd wel een bepaald idee gehad over Christy, en dat klopte wel zo ongeveer met de man die ik zag. Een sterke persoonlijkheid, een gevoelsmens, iemand die begaan is met anderen. Ik hou wel van de variatie in zijn werk, de sociaal-politieke liedjes die hij vol overtuiging brengt, de tedere liefdesliedjes, maar ook de heerlijke grappige verhalen die hij vertelt.
Het was heel bijzonder mee te kunnen zingen met “Lisdoonvarna” en “Ride On”, en te horen hoe zo’n hele zaal dat deed. En ik vond het knap hoe hij communiceerde met de zaal.
Ik was op beide avonden met vrienden en dat maakte het extra leuk. Een avond met een Belgische vriend die ik nog niet eens zo lang ken, de andere avond met Duitse vrienden die ik al langer ken en die ik met enige regelmaat bij concerten tegenkom. Ook enthousiast over Christy. De muziek zit nu nog steeds in mijn hoofd.
01 juni, 2005
warm en niet meer
Na een heel warm weekend is het nu weer lekker fris. Zaterdag de hele dag gefietst, heerlijk naar het Naardermeer, maar weer eigenwijs niet ingesmeerd natuurlijk. De afgelopen dagen kon ik niet zoveel vanwege verbrande armen en benen. Je snapt het zelf niet, maar je doet het wel. Gewoon doorfietsen. Wel mooi in het Naardermeer overigens. Vlak voor het kijkscherm was een grote zilverreiger aan het fourageren, mooi om te zien. En allerlei steltlopertjes daar vlak in de buurt.
Nu weer aan het werk, en dat werk blijft zich een beetje opstapelen. Je kunt ook niet het werk van twee mensen doen, maar ik merk dat het me nu gaat storen dat ik alles maar half kan doen. Ik moet ook dingen opzetten die veel tijd kosten en daarvoor is het eigenlijk te rommelig. Het is ook lastig om iets op te zetten voor iemand anders, die het over een maand weer moet overnemen. Waarschijnlijk moet ze het allemaal nog een keer doen. Ook niet heel motiverend.
Nu weer aan het werk, en dat werk blijft zich een beetje opstapelen. Je kunt ook niet het werk van twee mensen doen, maar ik merk dat het me nu gaat storen dat ik alles maar half kan doen. Ik moet ook dingen opzetten die veel tijd kosten en daarvoor is het eigenlijk te rommelig. Het is ook lastig om iets op te zetten voor iemand anders, die het over een maand weer moet overnemen. Waarschijnlijk moet ze het allemaal nog een keer doen. Ook niet heel motiverend.
25 mei, 2005
rust en onrust
Ik heb er nog steeds moeite mee weer gewoon elke dag braaf mijn werk te doen en weer helemaal mee te draaien in het normale ritme. Mijn werk blijft nog even te veel omdat ik werk voor twee, maar ik kan me er nog steeds niet echt druk om maken. Het is goed voor mijn RSI, ik blijf redelijk ontspannen. Het lukt me over het algemeen wel om de belangrijke dingen af te maken, gelukkig.
Gisteravond ben ik naar een concert geweest van Cristina Branco. Erg mooi. Ze heeft een prachtige stem, vol, zuiver en heel expressief. Ik ben niet een echte fado-fan, maar wat zij maakt is toch wel erg mooi. Ze had vier muzikanten bij zich, die voor de perfecte begeleiding zorgden. Het heeft indruk gemaakt.
Gisteravond ben ik naar een concert geweest van Cristina Branco. Erg mooi. Ze heeft een prachtige stem, vol, zuiver en heel expressief. Ik ben niet een echte fado-fan, maar wat zij maakt is toch wel erg mooi. Ze had vier muzikanten bij zich, die voor de perfecte begeleiding zorgden. Het heeft indruk gemaakt.
24 mei, 2005
functioneren
Vandaag had ik mijn jaarlijkse functioneringsgesprek. Ik vind dat niet altijd even nuttig, moet ik zeggen. Deze keer was het met iemand met wie ik eigenlijk niet zo veel samenwerk, en dat komt de kwaliteit van het gesprek niet ten goede. Ik voel me niet zo tevreden. Het ging allemaal heel goed, maar tegelijk was het ook heel vaag en nietszeggend. Ik heb niets nieuws gehoord, en ik elk geval niet iets waar ik iets aan heb. Dat is dan toch jammer.
Vanavond muziek…
Vanavond muziek…
12 mei, 2005
tram
Mijn fiets is kapot, dus ik moest vanochtend met de tram. Eigenlijk niets aan, zeker niet nu het weer zo mooi is. Een heerlijk zonnetje. De tram stond er al toen ik aan kwam lopen, en reed al half weg, maar de bestuurster stopte voor me. Toen ik uitstapte wenste de conducteur iedereen heel gemeend veel arbeidsgenot. Ik werd er vrolijk van.
10 mei, 2005
landen
Ik heb nog steeds moeite met landen. We zijn nu al bijna drie weken terug, al bijna drie weken weer aan het werk, maar ik heb nog steeds moeite mijn hoofd er echt bij te houden. Niet eens zo zeer dat ik met de reis bezig ben, hoewel dat ook zo is, maar er speelt van alles.
De eerste week terug was een drukke week, elke avond aan de telefoon om bij te praten, dingen uitzoeken en alle gewone huishoudelijke karweitjes. Weer even wennen aan het werk, mijn eigen werk weer oppakken en het werk van de collega die ik een tijdje vervang. Dat betekent dat het op het werk druk is en dat ik veel dingen moet uitzoeken.
Thuis ben ik nog bezig met het maken van een reisverslag en met het uitzoeken welke vogels we nu allemaal hebben gezien. Vooral de laatste dagen ging het zo snel dat het niet meer bij te houden was. Het is leuk om zo dingen uit te zoeken en nog een keer te zien.
Intussen gebeurt hier ook al weer van alles. Ik ben naar de Egon Schiele tentoonstelling in het Van Gogh Museum geweest. Ik vind Schiele een bijzonder kunstenaar. Hij raakt me en verontrust me. Zijn tekeningen en schilderijen zijn niet mooi in de conventionele zin, maar wel waar. Ze zijn zowel vervreemdend als herkenbaar. Voor mij weet hij de kwetsbaarheid van mensen vorm te geven op een hele doordringende manier.
Vrijdagavond laat trad Luka Bloom op in de Kleine Komedie. Het was lang geleden dat ik een concert van hem heb bijgewoond, en ik moest even wennen. Dit is een andere Luka dan de Luka die ik kende, door de problemen met zijn arm speelt hij anders gitaar, een deel van de dynamiek is eruit. Daar is wel iets poetisch voor in de plaats gekomen, en hij maakt nu wel hele mooie liedjes en hij blijft vol overgave zingen en spelen, maar soms is het me net iets te belerend. En ik miste gewoon “You Couldn’t Have Come at a Better Time” en “Delirious”.
En intussen is het buiten gewoon lente, zitten de grutto’s en de kieviten op de nesten, en hoor je de jonge pimpelmezen. Wat doe je dan de hele dag binnen? Vanmiddag naar buiten….
De eerste week terug was een drukke week, elke avond aan de telefoon om bij te praten, dingen uitzoeken en alle gewone huishoudelijke karweitjes. Weer even wennen aan het werk, mijn eigen werk weer oppakken en het werk van de collega die ik een tijdje vervang. Dat betekent dat het op het werk druk is en dat ik veel dingen moet uitzoeken.
Thuis ben ik nog bezig met het maken van een reisverslag en met het uitzoeken welke vogels we nu allemaal hebben gezien. Vooral de laatste dagen ging het zo snel dat het niet meer bij te houden was. Het is leuk om zo dingen uit te zoeken en nog een keer te zien.
Intussen gebeurt hier ook al weer van alles. Ik ben naar de Egon Schiele tentoonstelling in het Van Gogh Museum geweest. Ik vind Schiele een bijzonder kunstenaar. Hij raakt me en verontrust me. Zijn tekeningen en schilderijen zijn niet mooi in de conventionele zin, maar wel waar. Ze zijn zowel vervreemdend als herkenbaar. Voor mij weet hij de kwetsbaarheid van mensen vorm te geven op een hele doordringende manier.
Vrijdagavond laat trad Luka Bloom op in de Kleine Komedie. Het was lang geleden dat ik een concert van hem heb bijgewoond, en ik moest even wennen. Dit is een andere Luka dan de Luka die ik kende, door de problemen met zijn arm speelt hij anders gitaar, een deel van de dynamiek is eruit. Daar is wel iets poetisch voor in de plaats gekomen, en hij maakt nu wel hele mooie liedjes en hij blijft vol overgave zingen en spelen, maar soms is het me net iets te belerend. En ik miste gewoon “You Couldn’t Have Come at a Better Time” en “Delirious”.
En intussen is het buiten gewoon lente, zitten de grutto’s en de kieviten op de nesten, en hoor je de jonge pimpelmezen. Wat doe je dan de hele dag binnen? Vanmiddag naar buiten….
09 mei, 2005
frisse lucht
Het wordt voor wegen- en woningbouwend Nederland steeds ingewikkelder om ook daadwerkelijk iets te bouwen. Er zijn heel veel regels, voorwaarden waar je aan moet voldoen, en er wordt veel geklaagd. Je moet rekening houden met geluid, natuur, cultuur, luchtkwaliteit, veiligheid en nog veel meer. Veel plannen lopen vast omdat met een van de aspecten niet voldoende rekening is gehouden. Nu is er de tendens om zoveel mogelijk regels weer af te schaffen of om de inwerkingtreding uit te stellen. Waarom moeten we nu al rekening houden met de slechte luchtkwaliteit? Waarom moeten we nu al rekening houden met allerlei bedreigde diersoorten? Kan dat niet wat meer geleidelijk aan zodat we voorlopig nog lekker door kunnen bouwen?
Niemand schijnt nog na te denken over het waarom van de regels. Waarom zouden we huizen willen bouwen in een gebied waar de lucht ongezond is, waar de veiligheid in het geding is of waar nu al veel herrie is? Waarom willen mensen in zo’n omgeving wonen? Iedereen wil graag ijsvogeltjes en blauwborsten zien, maar we bouwen de gebieden waar die broeden vol. We zitten zo vast in de stroom dat we niet meer nadenken over wat we nou aan het doen zijn.
Niemand schijnt nog na te denken over het waarom van de regels. Waarom zouden we huizen willen bouwen in een gebied waar de lucht ongezond is, waar de veiligheid in het geding is of waar nu al veel herrie is? Waarom willen mensen in zo’n omgeving wonen? Iedereen wil graag ijsvogeltjes en blauwborsten zien, maar we bouwen de gebieden waar die broeden vol. We zitten zo vast in de stroom dat we niet meer nadenken over wat we nou aan het doen zijn.
02 mei, 2005
auto
Ik heb dit weekend voor de eerste keer in meer dan acht jaar weer auto gereden. Toen ik naar Amsterdam verhuisde heb ik mijn auto weggegeven en ook echt daarna niet meer gereden. Hoe langer je dan wacht hoe moeilijker het wordt om weer te beginnen, maar uiteindelijk bleek het helemaal niet zo moeilijk en ging ik gewoon weer verder waar ik was gebleven. Even snel een rondje op een parkeerplaats, daarna de weg op en het ging allemaal heel soepel. Blijkbaar verleer je dat dus niet. Grappig.
26 april, 2005
ver weg
28 maart 2005 - Tierra del Fuego
Ik ben een vreemde reis begonnen, een lange reis langs veel verschillende plekken. Ik heb mijn reis onderverdeeld in verschillende vakanties om alles een beetje overzichtelijk te houden. Een paar dagen in Zuid Amerika, een dag of 10 op Antarctica, een korte zeilreis, een weekje Zuid-Georgia, weer een zeilreis, een weekend Tristan da Cunha, een zeilreis en een paar dagen Kaapstad. Drie continenten in acht weken, met daartussenin een grote oceaan.
Zuid Amerika is iets anders dan ik had verwacht. Onze taxirit door Buenos Aires was wel een ervaring, een grote stad, heel warm en een andere rijstijl dan wij gewend zijn. Ushuaia is wel een leuke stad, levendig, maar niet zo groot dat het onoverzichtelijk wordt. Er is hier ook een keurige grid-structuur, met de lange hoofdstraten parallel aan het water. De invulling van het grid is lekker rommelig, losse huisjes, grotere gebouwen in alle soorten, kleuren en maten. Het is leuk om te zien. Wat me opvalt is dat de mensen heel vriendelijk zijn. De taxichauffeur die ons naar het park heeft gereden met zijn busje heeft veel verteld, en hij gaf mij heel charmant een handkus. Tijdens onze laatste rit stopte hij onderweg om calafate-bessen te plukken. Als je die eet kom je nog een keer terug in Vuurland.
Het leven hier is heel goedkoop. Voor ongeveer 1,5 Euro kun je hier een liter bier kopen, en je kunt met z’n tweeen voor een tientje heel redelijk eten. We hadden ook beter hier onze Antarctica-uitrusting kunnen aanschaffen.
We hebben drie dagen gewandeld in het nationale park van Tierra del Fuego, een mooi park met een voor ons ongebruikelijk landschap. Hoge bomen, grote mossen, rivieren en meren, hoge, besneeuwde bergtoppen. Het was goed wandelweer, droog en niet al te warm. We hebben verschillende routes gelopen en veel verschillende vogels gezien. Hoogtepunten voor mij waren de prachtige Magelhaen-specht en de plaatselijke ijsvogel. De vogels zijn veel minder schuw dan in Nederland en het is zelfs mij gelukt een mooie foto van de ijsvogel te maken.
Ook in de directe omgeving van Ushuaia hebben we veel vogels gezien. Een prachtig klein valkje, de Amerikaanse torenvalk, en, tot onze verbazing, veel kwakken. Je ziet hier de mooiste vogels in de buurt van de riooluitlaat en bij de vuilnisbelt.
We hebben ons schip, de Bark Europa, al zien liggen. We zagen het schip eigenlijk al toen we aan kwamen vliegen. Het schip ligt aan de kade naast een aantal grote schepen, en lijkt eigenlijk heel klein. In eerste instantie sloeg de schrik me toch wel een beetje om het hart, moeten we met zo’n klein schip de oceaan over? Het ziet er wel mooi uit met de masten en de houten dekken. Ik ben heel benieuwd hoe het allemaal zal gaan verlopen.
9 maart 2005 – tussen Trinity en Deception Island
We zijn al ruim een week aan boord van onze driemaster en het is een hele ervaring. Soms voelt het of ik nooit ergens anders ben geweest. Aan de ene kant is veel nog nieuw en vreemd maar veel dingen zijn ook al gewoonte geworden. Je weet hoe laat je moet eten, waar je moet zijn, hoe veel dagelijkse dingen werken. Veel dingen weet ik ook nog niet, vooral de dingen die te maken hebben met zeilen. Daar voel ik me nog wel heel erg onzeker over.
Veel dingen vallen me mee en vind ik leuk. Het varen met de zodiacs is wel een ervaring, je wordt nat en koud maar het is wel leuk. Je komt lager bij het water en je kunt de dingen op een heel andere manier zien. De dieren, maar ook de ijsbergen, zoals vanochtend op het ijsbergenkerkhof bij Trinity island. Ik was heel erg onder de indruk van alle tinten blauw, dat was wel heel mooi. Het was “Exploring the Blue” in het extreme.
Het leven aan boord van het schip en langs Antarctica geeft het blauw helemaal een nieuwe inhoud. De zee geeft alle tinten blauw te zien, soms zie je wat er onder de golven gebeurt als het water langs de patrijspoort van je hut slaat. Je ziet dan het diepe blauw onder de golven waar het licht van boven invalt. Vlakbij de gletsjers en de ijsbergen zie je het hele oude, blauwe ijs, heel mooi tussen het wit. Op de mooie dagen zie je het blauw van de eindeloze luchten om je heen. Tot aan de horizon is er alleen zee en lucht, grijsblauw en blauw, maar afhankelijk van het licht ook allerlei verschillende tinten.
Ik voel me hier ook wel goed zo al met al. In het begin had ik wel moeite met alles, maar ik denk dat dat verschillende redenen had. Ik voelde me een beetje zeeziek, en tegelijk was ik continu slecht geconcentreerd en slaperig door de zeeziektetabletten. Ik was alleen maar moe en wilde slapen. Na een dag of vier was dat gelukkig over en begon ik me fysiek beter te voelen. Dan was er het vreemde van het schip, de wachten, het onregelmatige slapen, al die touwen en dat vreemde werk. Daar ben ik nog niet echt aan gewend, en ik heb ook een beetje de basis gemist. Ik wil wel wat meer gaan helpen, ook als dat betekent dat ik af en toe domme vragen moet stellen. De meeste mensen hier zijn erg aardig en lachen je niet zo snel uit, gelukkig.
Wat me aanvankelijk nog het meest angst inboezemde waren al die mensen. Ik voelde met slecht op mijn gemak bij het idee zo lang met die mensen te moeten optrekken en steeds sociaal te moeten zijn, maar het gaat me beter af dan ik had verwacht. Er zijn veel aardige mensen en ik vind het leuk met die mensen te praten en een beetje op te trekken. Er zijn er ook een paar waar ik me aan erger, maar het schip is groot genoeg om die mensen uit de weg te gaan. Met anderen heb je minder contact, maar is het verder wel goed en maak je zo af en toe een praatje.
De bemanning is over het algemeen aardig en geduldig. Ze werken allemaal enorm hard en doen heel veel voor je, gevraagd en ongevraagd. Er is steeds wel iets extra’s, champagne op het meest zuidelijke punt van de reis, op een koude dag warme chocolademelk met rum, en taart voor elke jarige. Het eten is goed en goed verzorgd, zeker gezien de beperkingen. Het lijkt me interessant het boodschappenlijstje te zien. Wat koop je in voor 49 mensen die 7 weken op zee zullen zitten.
Vrijdag 18 maart 2005 – ten zuidwesten van South-Georgia
Het blijft een hele vreemde vakantie. We leven hier in een kleine gemeenschap en dat begint zich nu ook wel af en toe te wreken. Je merkt dat mensen enorm op elkaar letten en commentaar op elkaar beginnen te hebben. Er zijn ook mensen die ik probeer te ontlopen, Het is wel grappig zo al met al. Iedereen heeft het gemunt op onze jongste mede-passagier die zich aan geen enkele regel houdt en volkomen zijn eigen gang gaat.
Ik heb net twee dagen met griep in bed gelegen. Hoe ziek ik nu echt was weet ik niet, ik was gewoon te moe om op te staan en heb die twee dagen ook echt geslapen. Niet eens gelezen. Ik ben nu nog duf en moe en heb niet zoveel eetlust.
Ik ben sowieso weinig gemotiveerd om dingen te doen. Ik wil wel steeds schrijven, want er zit veel in mijn hoofd, maar tegelijk heb ik er niet echt de energie voor. Ik lees voornameljk flutterige boeken van Dan Brown en Saskia Noort. Niet echt de moeite waard, maar wel een leuk tijdverdrijf.
Ik heb me wel een beetje teruggetrokken en leef veel meer in mezelf dan normaal. Ik hou mensen en contacten af zodra het allemaal een beetje veel wordt. Ik ben vaak niet zo spraakzaam ’s ochtends vroeg aan het ontbijt, zeker niet als ik ’s nachts wacht heb gelopen. Misschien komt dat ook omdat ik me vaak fysiek niet zo goed voel.
Morgen moeten we aankomen op South Georgia, ik ben wel heel benieuwd hoe het daar is en hoe het is om weer even aan land te zijn. En om andere gezichten te zien.
25 maart 2005 – ten noordoosten van South- Georgia
Ik ben dus op reis in het land van Adelie, maar helaas heb ik haar gemist. Het is nu herfst in Antarctica, het wordt kouder, grotere delen worden onbereikbaar, en de meeste pinguinsoorten zijn klaar met broeden. We zijn niet zuidelijk genoeg gekomen om de Adelie-pinguins te kunnen zien helaas. Wel hebben we keelbandpinguins, ezelspinguins en koningspinguins gezien. Het blijft vreemd om ergens aan de rand van het land te zitten en dan ineens een pinguin naast je te zien verschijnen. Vooral de koningspinguins zijn prachtig. Grote dieren, met een heel mooi kleurenpatroon. Ik ben erg onder de indruk.
Vandaag varen we midden op de Atlantische Oceaan, ongeveer 300 mijl van South Georgia, 1100 mijl van Tristan da Cunha, ons volgende reisdoel. Dit schip is niet zo groot, en af en toe voel je echt dat je maar een notendop bent op de grote oceaan. Om ons heen is vooral de grote leegte, de vogels, af en toe een walvis.
Op dit schip leven 15 bemanningsleden en 34 passagiers. Het is een kleine gemeenschap die zeven weken met elkaar opgesloten zit. De mensen zijn afkomstig uit verschillende landen, Nederland, Canada, Verenigde Staten, Groot-Brittannie, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Iedereen heeft zo zijn eigen redenen om hier aan boord te zij. Wij zijn hier voor de natuur en de vogels, er is een radio-amateur die van afgelegen plekken wil zenden, anderen willen in de voetstappen van Shackleton treden. Maar er zijn vooral zeilers, mensen die een schip als dit van de ene kaap naar de andere willen varen.
Ik ben geen zeiler, maar ben ook af en toe bezig met het besturen van dit schip, of help een zeil te hijsen of naar beneden te halen. Ik weet niet altijd precies wat ik doe, maar tot nu toe gaat het goed. Ik denk ook niet dat er zoveel fout kan gaan, of ik denk niet dat de bemanning ons dingen laat doen die fout kunnen gaan. Het is wel een beetje of je teruggaat in de tijd op een zeilschip als dit. Je ziet alle oude films met zeilschepen en kunt je er ineens veel meer bij voorstellen. Het is wel een wereld op zich, alle touwen en zeilen, alle maneouvres, alle termen. Voor de bemanning is dit een groot deel van het leven, altijd leven in wachten, als het nodig is direct je bed uit wanneer de kapitein dat nodig acht, altijd aan het werk zowel boven in het want als onderin de kombuis.
En dan zijn er de lopende onderwerpen van het leven aan boord, doet de watermaker het vandaag nog en zo ja, hoeveel water is er geproduceerd? En hoeveel is er dan verbruikt? Wie eet toch altijd alle koekjes op? Hoeveel koffiekopjes zijn er de afgelopen uren gesneuveld en hoeveel zijn er nog over? Wie is er nog zeeziek, wie wordt het laatste slachtoffer van de griep? Wie ziet de eerste blauwe vinvis? Wanneer zien we Tristan da Cunha?
Af en toe is er contact met de buitenwereld, vooral via de radio-amateur, die het wereldnieuws het schip rondstuurt. Of er is iemand die luistert naar de wereldomroep. Het wereldnieuws lijkt hier alleen een stuk minder relevant. Dat zien we wel weer wanneer we thuis komen.
Dit is het gebied van de albatrossen, de stormvogels, de walvissen en de dolfijnen. Het is ongelooflijk dat hier nog gewoon van alles leeft. De albatrossen zijn prachtige, grote, imposante vogels. Ze scheren over de golven, schijnbaar moeiteloos, ver van alle land. Maar datzelfde geldt voor de hele kleine stormvogeltjes die je op grote afstand van land nog steeds tegenkomt. De walvissen zijn enorm, mooi om te zien en te volgen.
We zeilen zo langzaamaan de het gebied van de Antarctische convergentie uit, maar zien af en toe nog steeds ijsbergen in de verte aan de horizon. Het wordt nu wel langzaam warmer en we kunnen met een paar laagjes kleding minder toe. De lange onderbroeken kunnen nu wel bijna in de kast blijven. Op Tristan da Cunha is het nu nog zo’n 18 graden, daarna zal het pas echt warm worden. De hele koude winden hebben we in elk geval achter ons gelaten.
Vandaag houdt Tristan da Cunha ook vooral de gemoederen bezig. Wanneer komen we daar aan? Wat kunnen we er doen? Is er chocola te koop? Is de bar open? Het is wel een vreemd idee nu onderweg te zijn naar dat eiland. Het klinkt zo exotisch, zo afgesloten, maar we gaan er toch op bezoek. Onze radio-amateur heeft al dagelijks contact met het eiland en probeert een uitstapje naar Nightingale te regelen. Als we op tijd op Tristan zijn krijgen we daar ook extra tijd, dus misschien lukt het wel. Het zou erg leuk zijn.
We hebben deze keer ook muziek meegenomen op vakantie, en het is heerlijk om je daarin af en toe te kunnen terugtrekken. Ik heb steeds de muziek van Luka in mijn hoofd. “Don’t Be Afraid of the Light that Shines within You”, toepasselijk nu we op Kaapstad, de stad van Mandela, afvaren. Hoe vaker ik de zin hoor, hoe beter ik hem begrijp. Het past in veel van de dingen waar ik op dit moment mee bezig ben.
En er zijn boeken aan boord. De radio-man heeft boeken meegenomen voor in de bibliotheek, waaronder drie Jane Austen boeken. Ik ben deze keer begonnen met “Persuasion” , en het is leuk weer even mee te leven met Anne Elliott en haar Captain Wentworth. Hierna wordt het denk ik “Sense and Sensibility”.
27 maart 2005 – op de Atlantische Oceaan
Eerste paasdag, op een andere manier. We zijn nu echt de zuidelijke oceaan uit en varen op de Atlantische oceaan. Het is lang niet meer zo koud als het is geweest, je kunt nu een tijd aan dek staan zonder muts en handschoenen. Heerlijk. Geen wollen ondergoed, geen twee lagen handschoenen, niet altijd meer die dikke zeilbroek. Af en toe gewoon even lekker in de zon.
We varen niet heel hard vandaag, een beetje dobberen eigenlijk, maar dat voelt wel lekker. Ik was gisteren de hele dag zeeziek, lag alleen maar in mijn kooi en dat is niet heel gezellig. Je wordt er ook moedeloos en depressief van. Vandaag gaat het goed en ik heb genoten van de buitenlucht.
Nu zit ik in het dekhuis, de plek waar het tegen de avond gezellig wordt, waar de bar is, waar de mensen vooral komen om te kletsen, kofie te drinken of te eten. Het is nu vooral kletsen om me heen, hoewel er ook mensen lezen en schrijven. Bijna iedereen aan boord houdt wel een dagboek bij.
Het gezelschap aan boord is gemengd. De gemiddelde leeftijd ligt niet zo heel laag, veel mensen zijn (bijna) gepensioneerd. We behoren hier echt tot de jongeren. Iedereen heeft zo zijn eigen interesse en beleeft zijn reis op een andere manier.
Ik heb gisteravond “Persuasion” uitgelezen. Het is grappig om een boek dat je kent, al een paar keer hebt gelezen, toch weer zo ademloos uit te kunnen lezen. Je leest elke zin bewust, en dat is ook leuk. Ik heb tot nu toe aan boord alleen makkelijke dingen gelezen, zo’n beetje alles wat Dan Brown heeft geschreven, en de boeken van Saskia Noort. Brown schrijft vooral film-scenario’s met heel veel actie, je ziet het voor je. En van Saskia Noort ben ik niet zo onder de indruk. Misschien dat ik daarom nu Jane Austen extra waardeer. Ik vond vanochtend ook “Pride and Prejudice”, dus ik ben daar maar in begonnen. Altijd goed. Je weet hoe goed Austen is, maar pas als je de boeken weer herleest realiseer je je hoe goed en hoe subtiel ze schrijft.
Zo ver weg heb je niet echt benul van de dagen en de tijden, maar de bemanning doet wel zijn best om het Pasen te maken. Er is speciaal paasbrood gebakken, er was een eierschilderwedstrijd, en vanmiddag was het chocolade-eieren zoeken aan dek. De competitie zat er wel echt in en de echte zeilers gingen de masten in om te zoeken. Ze hadden geluk.
28 maart 2005 – Atlantische Oceaan
Een tweede paasdag midden op de Atlantische Oceaan. Je raakt hier op een gegeven moment compleet je tijdsgevoel kwijt. We rekenen op dit moment vooral met dagen naar Tristan da Cunha. Vandaag was een goede dag buiten. Ik heb veel achterop het schip gestaan om naar de vogels te kijken. Het is zo’n fantastisch gezicht om de reuzenalbatrossen, de zwarte albatrossen en de grijskoppen achter de boot te zien zeilen. De vogels zijn zo groot en zo imposant, je kunt er de hele tijd naar kijken. Het is moeilijk om alle vogels die hier rondzwerven uit elkaar te houden. Behalve albatrossen zijn er verschillende soorten stormvogels, pijlstormvogels en stormvogeltjes. We varen nu steeds meer richting Tristan en dat betekent dat we vooral de soorten gaan zien die daar broeden.
We zijn nu halverwege tussen South Georgia en Tristan da Cunha, echt middenop de Atlantische Oceaan. Dit is geen gangbare vaarroute, dus we komen geen andere schepen tegen. De enige mensen die we deze dagen zien zijn onze mede-passagiers en de bemanningsleden. Op Tristan zullen we wat nieuwe gezichten zien en wellicht twee nieuwe passagiers oppikken. Blijkbaar zijn er twee Britse wetenschappers die vervoer zoeken naar Zuid-Afrika en omdat er maar zo weinig schepen zijn die op Tristan varen hebben ze gevraagd of ze met ons meekunnen.
Het is enorm interessant om de sociale omstandigheden hier te observeren. Mensen die aan het begin van de reis gezellig een praatje maakten, nu dikke vrienden zijn geworden of elkaar niet meer kunnen luchten of zien. De mensen die graag op de voorgrond treden en veel ruimte in nemen, de mensen die hun eigen gang gaan en veel minder zichtbaar zijn.
De meeste mensen maken deel uit van het wachtsysteem en werken mee aan het reilen en zeilen van het schip. Sommige mensen doen dat heel enthousiast en fanatiek, ze klimmen de masten in, vechten om een plek aan het roer, en staan altijd wanneer gevraagd direct aan allerlei touwen te trekken. Ik ben wat minder enthousiast en draai gedeeltelijk mee met de wachten. Als mij goed wordt uitgelegd wat ik moet doen trek ik ook aan de touwen, ik kan intussen redelijk sturen, help af en toe een zeiltje repareren, maar ga niet de mast in. We hoeven nu in elk geval niet meer op de uitkijk om de ijsbergen te zien. Dat was op zich niet zo erg, maar vaak wel koud, en hoe goed kun je midden in de nacht nu echt die ijsbergen aan zien komen?
Ik heb regelmatig de, vrijwillige, vogelwacht. Heerlijk op de achterplecht zitten, en turen naar de vogels. Het is nu niet meer zo bar koud, dus je kunt heerlijk zonder muts, zeilbroek en drie paar handschoenen een paar uur buiten zitten. En we varen langzaam richting de tropen, dus het wordt alleen maar beter. Het is heerlijk om buiten te zijn en niet misselijk in mijn kooi te liggen. Dat is het voordeel van dagen als deze, met weinig wind en weinig deining. Helaas betekent dat ook dat we niet echt opschieten en dat we misschien niet zo lang op Tristan kunnen blijven als we hadden gehoopt.
29 maart 2005 – Atlantische Oceaan
Deze reis is een tocht van vrij extreme temperatuurschommelingen. We begonnen in Amsterdam zo rond het vriespunt. In Buenos Aires vlogen we de 30 graden in, om vervolgens in Ushuaia in een heerlijke 15 graden terecht te komen. Ik kreeg meteen het voorjaar in mijn hoofd.
Maar dan reis je naar het zuiden. Het wordt nooit echt veel minder dan het vriespunt. Er staat wel vaak veel wind, soms wordt je nat door spatwater, regen of sneeuw en dat maakt je koud, maar het is hier nog lang geen winter. Terug naar het noorden, richting South Georgia, betekent dat het heel langzaam een klein beetje warmer wordt. Je kunt een laagje minder aan doen dus je wordt iets mobieler en je kunt je wat sneller aankleden, maar de wachten ’s nachts bljiven erg koud als je wacht hebt en op de uitkijk staat of aan het roer.
Dan vanaf South Georgia gaat het hard. Ineens sta je met een temperatuur van een graad of 15 in de zon aan dek en kun je een tijdje blijven staan zonder muts, handschoenen en zeilbroek. En het kan zelfs prettig zijn een tijdje te sturen. Het laatste weerbericht van Tristan da Cunha is dat het daar zo’n 30 graden is, dus we hebben nog wel wat voor de boeg. Ik ben benieuwd hoe warm het straks in Kaapstad is.
30 maart 2005 – Atlantische Oceaan
De meer opvallende passagiers hebben in de loop van de vijf weken tot nu toe bijna karikaturale vormen gekregen. Als je zo lang met een zo gevarieerde groep woont gebeurt er van alles met het idee dat je van de mensen hebt. Sommigen leer je beter kennen, het zijn de aardige en meestal niet de meest opvallende mensen. Het is leuk om te praten met mensen die je anders niet zo snel zou tegenkomen en te horen over levens die toch wat verder van het jouwe afstaan. Er zijn ook mensen met wie je minder contact hebt, misschien omdat ze je minder liggen, de mensen die je vooral observeert en wiens bijzonderheden steeds verder worden uitvergroot. En de groepen zijn ook niet helemaal constant, mensen met wie je aanvankelijk goed kon opschieten blijken sterke onhebbelijkheden te laten zien, mensen die eerst wel erg afstandelijk waren blijken toch erg aardig te zijn.
Het roddelcircuit is ook aanmerkelijk, je ziet en hoort het gebeuren en je gaat er zelf ook makkelijk in mee. Te makkelijk soms. En sommige onderwerpen zijn ook te dankbaar om zomaar te laten gaan. Wie houdt zich niet aan de ongeschreven regels van de groep? Wie houdt zich met bijzondere dingen bezig? Wie heeft er een grappige uitspraak gedaan? Sommige mensen bevinden zich bijna constant in de sociale ruimten en bemoeien zich overal mee, leveren commentaar en maken van alles iets grappigs.
Onze amateur-radioman is een soort Popeye, een prototype zeeman. Niet zo groot, een rond brilletje, witte baard, kaal hoofd waar vrijwel altijd een mutsje op rust. Hij heeft altijd zijn waterdichte schoenen aan en loopt in zijn lange onderbroek annex trainingsbroek. Hij heeft een hoekje van het dekhuis geclaimd waar zijn radio vastgesnoerd staat. Het setje moest eerst twee keer door het dekhuis vliegen voor hij het vastzette. Op de meest vreemde momenten kruipt hij erachter, zet zijn koptelefoon op en begint met harde stem zijn call-sign te roepen. Zijn vaste partner op dit moment is Andy op Tristan da Cunha. Hij regelt ook voor iedereen aan boord het zenden en ontvangen van e-mail, dus er is een hoop heen en weer geregel van bestanden van en naar zijn kleine computer.
Zijn vrouw is veel zeeziek, vooral meegegaan voor de pinguins en teleurgesteld dat we er zo weinig zien. Ze moet eigenlijk haar proefschrift afmaken, maar komt niet aan werken toe omdat ze te ziek is.
Er is een vrouw van 70 die vooral wil genieten van de elementen. Ze huppelt het schip over, half dansend, maar moet zich vooral overal aan vasthouden omdat ze last heeft van haar heup. Ze neuriet ook de hele tijd zodat je altijd weet wanneer ze in de buurt is. In het begin wilde ze nog wel meehelpen maar ze blijkt toch minder mobiel dan ze had gedacht en ze ziet ook niet wat er moet gebeuren of heeft er geen zin in omdat het dingen zijn die ze haar hele leven al heeft moeten doen.
Onze scheepsarts is niet anders te omschrijven dan als “nincompoop”. Ik weet geen nederlands woord dat hem zo goed omschrijft als dat. Hij is compleet naief, overactief en vrij dom, maar ook enorm arrogant. Hij kan heel enthousiast zijn over het schip en het zeilen, maar het blijft wel heel oppervlakkig allemaal. Hij is nooit te beroerd om de vaste bemanning uit te leggen hoe ze hun werk moeten doen. Hij lijkt vooral bezig met het registreren van alles wat er gebeurt met zijn camera’s, video en foto, om aan alle vrienden en kennissen te laten zien wanneer hij weer thuis is. Als er iets aan dek wordt gesignaleerd rent hij naar buiten voor de opname om dan later nog eens te gaan informeren wat hij nou eigenlijk precies gefilmd heeft. Hij loopt rond in veelkleurige kleding, met een vrolijk mutsje met twee kwastjes op zijn hoofd, als een soort bejaarde kleuter. Hij is de scheepsarts, maar de passagiers moeten hem vaak uitleggen welke andere passagiers ziek zijn. Een medepassagier vertelde hem dat hij ziek aan het worden was, alle symptomen van griep, de reactie van de toegewijde arts was: “Dan moet ik maar bij jou uit de buurt blijven.” Toen ik na twee dagen met griep in bed weer verscheen en hem vertelde dat ik ziek was geweest bleek dat dat volledig langs hem heen was gegaan en dat was hem ook wel prima zo. “Ja ach, dat kun jij zelf wel oplossen”. Ik hoop niet dat mij hier echt iets overkomt of dat ik echt ziek wordt. De man is een complete chaoot.
Zijn vrouw is er ook bij, voornamelijk om de man aan te sturen, denk ik. Zij vertelt hem met grote regelmaat wat hij moet doen. Ze vertelt ook de andere passagiers wat ze moeten doen. Ze let overal op, moet overal om lachen want alles is leuk en bijzonder. Ze is heel kritisch op haar medepassagiers die zich op de koekjes en de chips storten, maar is dat vooral als ze zelf net te laat is om voor in de rij te staan.
Er is nog een andere arts aan boord die eigenlijk graag als scheepsarts was meegegaan en ook erg haar best doet om dat in de praktijk te zijn. Ze is beste maatjes met de kapitein en altijd in de bar te vinden zodra zijn wacht is afgelopen en hij nog een biertje drinkt. Ze gedraagt zich als bemanningslid hoewel ze dat niet is. Ze klaagt over het gebrek aan overleg en samenwerking in de wacht, maar gaat vervolgens zelf compleet haar eigen gang zonder rekening te houden met de andere mensen in haar wacht.
Er zijn twee Engelse heren, niet al te jong meer, die zowel hetzelfde als erg verschillend zijn. De ene is een echte gentleman, hij woont op Guernsey, heeft een eigen schip, is in alle opzichten upper-class, vol zelfvertrouwen en vol verhalen, duidelijk erg slim. Hij wil ook altijd graag al zijn ervaringen delen met de mede-passagiers. De andere is een postbode uit Reading, vervroegd met pensioen en hij vaart met het schip mee terug naar Portsmouth. Hij is een echte zeiler en wil van alles doen. Hij kijkt enorm op tegen de Guernsey gentleman en zoekt ook altijd zijn gezelschap. Hij lacht weinig en het lijkt niet echt of hij het nou echt naar zijn zin heeft, hoewel dat volgens mij wel zo is.
De jongste passagier is ook een engelsman, maar weer compleet anders. Hopeloos verwend, heeft geen school afgemaakt maar het ontbreekt hem aan niets. Hij gaat zijn eigen gang en trekt zich van niemand iets aan. Hij maakt deel uit van het wachtsysteem maar komt vaker niet dan wel opdagen. Hij ziet er goed uit en is een favoriet van de meiden in de keuken zodat hij altijd net iets extra krijgt. Toch klaagt hij dat hij zo weinig eten krijgt. En zo ongeveer iedereen heeft kritiek op hem en vindt hem hopeloos.
Ook twee Engelse meisjes, de ene uit Newcastle, vaak slecht te verstaan, de andere woont al jaren in Duitsland. Het meisje uit Newcastle probeert steeds mensen voor de gek te houden en is altijd in voor een geintje. Ze probeert steeds de vrouwen bij elkaar te houden en een beetje op te zetten tegen de mannen. Het meisje dat in Duitsland woont is wat serieuzer en altijd hard aan het werk. Ze is echt meegekomen om te zeilen.
Er is een Franse vrouw, een jaar of 50, zeer stevig, die zich gedraagt als een verwend meisje. Ze zet steeds een meisjesachtig stemmetje op en trekt een pruillipje, vooral als ze haar zin niet krijgt. Ze is steeds zeeziek, maar eet meer dan de meesten en slaat geen maaltijd over. Ze heeft rijke ouders, enorm veel dure apparatuur bij zich, maar ze weet niet hoe ze er mee om moet gaan.
Onze Asterix komt uit Duitsland, blond met een klein staartje en een echte Asterix-snor. Hij wil graag lid van de bemanning worden en zit steeds ergens hoog in een mast. Hij is altijd enthousiast bezig met de dingen die met zeilen en het schip te maken hebben. Hij heeft een droog gevoel voor humor.
31 maart 2005 – richting Tristan da Cunha
Na twee mooie, rustige dagen is het vandaag weer ruiger. De golven zijn hoger, slaan soms over het dek en het schip beweegt weer veel meer. Tot mijn verbazing ben ik nog niet zeeziek geworden vandaag, ik ben daar wel blij om. Vanochtend hadden we wacht maar er was niet zo heel veel te doen. Wel druk aan het roer omdat we de wind niet vanaf de goede kant hebben. Soms is dat zeilen wel ingewikkeld allemaal.
Het goede weer van de afgelopen dagen betekende dat je veel meer buiten kon zijn, gewoon met een boekje in de zon, of om echt vogels te kijken. We zien nu weer andere soorten albatrossen, dat is wel leuk. Ik vind zelf de grote pijlstormvogels ook erg mooi. Het blijft verbazingwekkend dat zulke, soms hele kleine, vogels hier leven zo ver van alle land.
De passagiers vormen intussen een grote leesclub. Vrijwel iederen is wel met een boek bezig, en je ziet boeken de ronde doen. Er zijn drie exemplaren van de Da Vinci Code aan boord, en ze zijn ook steeds in gebruik. Tegen het eind van de reis heeft bijna iedereen het wel gelezen. Ik heb net mijn derde Jane Austen uit, “Sense and Sensibility”. Het is lang geleden dat ik het heb gelezen, volgens mij toen ik nog studeerde, maar ik heb intussen wel de film gezien. Het is wel moeilijk om de personages in het boek de gezichten van de acteurs te geven zo af en toe. Het blijft me verbazen hoe leesbaar de boeken van Austen zijn, helder geschreven, mooie zinnen met veel dubbele bodems, en ronde personages. Je kunt je verliezen in de romantiek, in de humor en je leeft mee met de personages. Na alle thrillers waardeer ik haar werk misschien nog wel meer. Voorlopig is de voorraad Austen even op, “Mansfield Park” is in gebruik, maar daar kan ik ook thuis mee verder. Ik denk dat ik nu weer begin in “Bleak House”, ook lang geleden dat ik dat gelezen heb. Of uberhaupt iets van Dickens. Ik heb nog bijna drie weken, dus dat moet lukken.
Morgen is het al april, dan zouden we toch zo ongeveer Tristan da Cunha moeten kunnen zien. De wind staat helaas verkeerd, dus misschien moeten we via een omweg varen. Meer tijd op zee, minder aan land. Ik ben nu wel benieuwd naar dat mythische Tristan met zijn potato patches, de vulkaan, en de 297 inwoners. En zitten daar echt zoveel albatrossen.
1 april 2005 – Atlantische Oceaan
Een redelijk zonnige dag, buitentemperatuur 17 graden, de wind nog steeds van de verkeerde kant. Het schip blijft flink bewegen, en dat voel ik wel in mijn maag. Tot nu toe gaat het gelukkig goed. Er hangen veel vogels rond de boot, blijft mooi om te zien. Nu zien we weer met grote regelmaat de geelsnavelalbatros.
De scheepskrant van vandaag meldt de ontsnapping van twee passagiers in de sloep... En vanmiddag is er een cocktailparty omdat de ijsmachine is gerepareerd. Ik ben heel benieuwd.
Hier vanuit het warme, droge dekhuis zie je regelmatig de golven over het dek slaan. We liggen flink scheef en iedereen loopt ook scheef. Het geeft wel grappige beelden, bijvoorbeeld als je door de gang benedendeks loopt hangen alle kleren en handdoeken los van de muur. Je moet je altijd vasthouden, je moet altijd je koffiekopje vasthouden, rekening houden met een grote golf. Als je doucht heb je eigenlijk drie handen nodig, je moet je kunnen wassen maar je moet je ook goed vasthouden anders glij je weg en klap je tegen een muur aan. Als je in je bed ligt kun je niet ontspannen liggen want je glijdt compleet naar je voeteneind. Alles kost dus veel meer energie en je gebruikt je spieren wel heel anders.
Vanochtend houdt Luka Bloom mij weer gezelschap. Nu ik alles op een DVD heb gezet luister ik ook naar dingen waar ik anders minder naar luister, zoals de originele “I’m A Bogman” samen met Christy Moore. Ik ken het nummer zo goed van de concerten en van de soloversie van Luka op “Between the Mountain and the Moon”. Ik hou ook erg van de versie van “Holy Ground” uit de Twee Meter Sessies. Ik kan me herinneren dat ik een keer een platenwinkel in liep en dit nummer hoorde. Ik heb eerst staan luisteren en ben vervolgens wat rond gaan kijken. Het klonk zo mooi in die ruimte.
Ik blijf onder de indruk van de inzet van de bemanning. Ze werken 12 uur per dag, elke dag, door het wachtensysteem kunnen ze nooit meer dan een uur of vijf achter elkaar slapen. Ze blijven vriendelijk, pakken alles aan en zijn ook altijd bereid om een praatje te maken of iets nog een keer uit te leggen. En het lukt de mensen in de kombuis nog steeds om lekkere maaltijden te maken ook al worden de verse ingredienten steeds schaarser.
2 april 2005 – Bijna bij Tristan
Vandaag is het echt warm, je ziet de jassen verdwijnen en de korte broeken verschijnen. Iedereen loopt nu in trui of t-shirt aan dek, er liggen minder mensen in de kooien, er zitten minder mensen met een boek in het dekhuis en het is druk op het dek. De meeste mensen zien er ook een stuk gelukkiger uit dan de afgelopen dagen. Minder zieken, meer vrolijkheid door de zon. Onze accordeonspeler zit op het dek en vermaakt de passagiers. Vandaag is ook de dag dat iedereen foto’s maakt van het schip en alles wat er gebeurt. Het is wel leuk iedereen zo tot leven te zien komen.
Morgen moeten we aankomen op Tristan da Cunha. Het ziet er naar uit dat we daar alleen morgenmiddag zullen zijn vanwege het weer en de wind. Echt een bliksembezoek. Dat is wel jammer, ik had wel zin in wat meer uren aan land. De verhouding tussen dagen op zee en dagen aan land is wel een beetje zoek.
Overmorgen zetten we dus al koers voor Kaapstad, de laatste etappe van onze oversteek. Zo gaat het toch nog snel al met al. Het ziet er wel naar uit dat we nog wat echt zomerse dagen krijgen. Het is nu benedendeks soms al erg warm en benauwd.
Het email-systeem aan boord blijft grappig. Onze radio-amateur stuurt via zijn kleine laptop en radio de emails van iedereen via allerlei tussenstations de ruimte in. Het is een komen en gaan van mensen met verschillende digitale kaartjes die mails langsbrengen en ophalen. Nu we weer meer richting land komen is de ontvangst ook weer makkelijker, maar het kan een paar dagen duren voor je mail wordt verstuurd. Het is een wonder dat het uberhaupt kan. Vandaag vind ik het extra leuk omdat mijn broer jarig is en zo kan ik hem toch nog feliciteren.
5 april 2005 – Tristan voorbij
Op de dagen dat het meeste gebeurt heb je de minste tijd om te schrijven. We waren de afgelopen twee dagen op Tristan da Cunha “The Remotest Inhabited Island in the World”. We hadden er al zoveel over gelezen en over gehoord, dan is het grappig ook echt op de plek te komen. Zondagochtend vroeg zeilden we tussen Nightingale en Inaccessible door en toen we wakker werden was Tristan in zicht.
Om op het eiland te komen moet je in een kleine reddingsboot bestuurd door mensen van het eiland. De boot is groter dan de zodiacs waarmee we tot nu toe aan land zijn gegaan. De motoren zijn ook een stuk sterker dus je gaat met flinke vaart over de golven. De rit was wel spectaculair, vooral het laatste stuk. De boot vloog met grote snelheid op de havenmuur aan om pas op het laatste moment een scherpe bocht te maken. Ik zat voorin en kon volop genieten. Tot mijn verbazing was ik ook nog vrijwel droog.
Eenmaal op het eiland kon ik bijna meteen mijn grote ambitie vervullen, ik heb in het museum aan gebreide “Tristan da Cunha” pinguin aangeschaft. Ik had hier ooit een foto van gezien in de Tristan-bijbel van Albert Beintema en het leek me fantastisch zo’n pinguin te kunnen kopen. Mijn dag kon niet meer stuk. Na het museum gingen we nog langs de supermarkt voor een gidsje van het eiland en daarna door naar mijn tweede doel: de aardappelvelden, the potato patches. Het was nog wel een eindje lopen, maar het was lekker zonnig en een mooi pad tussen de heuvels, de koeien en de schapen.
Het landschap is bijzonder, tropische planten en bomen, begraasde heuvels en veel lavasteen. Weer zo heel anders dan South-Georgia. Gras en vlindertjes, heerlijk groen. Het is ook fijn om na twee weken aan boord weer eens echt even de benen te kunnen strekken.
Terug in het dorp eerst langs het postkantoor, daarna naar de pub. Leuk om een paar mensen van het eiland te kunnen spreken. Het is een hele kleine gemeenschap, en ik had een beetje het gevoel dat alle mensen erg op elkaar leken. Ze waren wel vriendelijk. Het was leuk de hier aan boord beroemde Andy Repetto te ontmoeten. Onze radio-amateur heeft bijna dagelijks contact met hem, ergens vanuit de hoek van het dekhuis horen wij een kant van de gesprekken met Andy. Nu weten we met wie al die gesprekken gevoerd worden.
We hadden geluk en mochten de dag erna nog een keer op en neer. Deze keer was de zee wel een stuk ruiger, en de rit in de kleine boot was nog spectaculairder. We krijgen maar een paar uurtjes, maar genoeg om even op het oudste kerkhof te kijken, waar de stichter van de settlement begraven ligt, en bij de restanten van de vulkaanuitbarsting van 1961. Je kunt de stroom van lavasteen goed zien en de stroom heeft het dorp maar net gemist. De stenen hebben vreemde vormen, erop groeien veel mossen eromheen alweer veel planten.
Ik had graag nog langer gebleven en de kans gekregen ook Nighingale te bezoeken. Daar broeden al die vogels waar Tristan zo bekend om is. Ik denk dat dat dan de volgende keer maar moet gebeuren.
De komende twee weken zitten we weer op zee, nog zo’n 1400 mijl naar Kaapstad. Vannacht hadden we een stevige wind en konden we goed vaart maken, nu is het alweer iets rustiger. We hebben ook bericht gekregen van een Franse solozeiler die assistentie heeft gevraagd. Het is een vaag verhaal, steeds weer anders, en het blijft onduidelijk wat we moeten doen. We varen nu in elk geval wel zijn kant op.
6 april 2005 – op weg naar Kaapstad
De duim van Jan heeft een paar dagen geleden klem gezeten in de deur van de bar. De nagel is blauw. Jan vertelt graag verhalen dus hij heeft alle passagiers en bemanningsleden het verhaal al uitgebreid verteld. Vandaag bleek toch nog iemand het niet te hebben gehoord, en Jan gooide zich vol verve weer in het verhaal.
Er is besloten de Franse solozeiler links (of eigenlijk rechts) te laten liggen. De nood is niet zo hoog als was gedacht, wij kunnen niet veel voor hem doen en er komt over een paar dagen een bevoorradingsschip van Tristan deze kant op die hem wel kan slepen. Dat is het eind van veel gespreksstof aan boord.
Ik had vannacht wacht van 12 tot 4, de minst prettige wacht omdat je nacht in tweeen wordt gebroken en omdat je de hele vier uur in het donker staat. Twee keer een half uur gestuurd en dat was wel lekker. Het was heerlijk fris, niet koud en het was droog. Af en toe was het even helder en kreeg je een prachtige sterrenhemel te zien. In het water waren de kleine lichtjes van het plankton zichtbaar, ook heel bijzonder. Het is ’s nachts overal heerlijk rustig. Je ziet de mensen uit je wacht en de vaste bemanningsleden die wacht draaien. Tussen het werk door kun je wat lezen of even kletsen. Soms kun je in deze wacht ook helpen in de kombuis met het bakken van brood of koekjes. Dat heb ik de vorige keer gedaan en dat was ook leuk om te doen.
Het is nu weer lekker zonnig, dus het is druk aan dek. Mensen zitten lekker in de zon met een boekje, kijken vogels of staren wat voor zich uit. Als het goed is moeten we nog meer van zulke dagen krijgen tussen nu en Kaapstad. Je krijgt er bijna een vakantiegevoel van. Er wordt nu ook weer gevochten om het stuur.
Zijn verwonding weerhoudt Jan er niet van zijn accordeon te spelen aan dek. Hij heeft blijkbaar een wat beperkt repertoire want hij speelt al vijf weken dezelfde liedjes. Hij houdt zich in elk geval in het algemeen aan het zeemansthema. Mies neuriet zich intussen een weg door het schip, zwaaiend met haar sokken, en in haar korte broek. Ze is 70 maar wil dat eigenlijk niet weten. Ze wil vooral genieten van de elementen.
Voor sommige mensen duurt de reis nu wel lang genoeg, en het vooruitzicht nog tien dagen op zee te zijn maakt niet iedereen gelukkig. Een van de Amerikaanse dames houdt het al een tijdje voor gezien en als het had gekund was ze op Tristan da Cunha uitgestapt om naar huis te vliegen. Ze had verkeerde verwachtingen van deze reis, en er is voor haar eigenlijk weinig te doen. Ze maakt wat puzzels, doet een spelletje op de computer en leest een boekje. Ze houdt er niet van aan dek te zijn, een lunch aan dek vindt ze al vervelend. Ze was blijkbaar eerder op een luxere zeilboot met een casino en allerlei andere vormen van amusement en waar je niet werd geacht mee te zeilen. Haar man is een verwoed zeiler en is vaak aan dek te vinden of aan het roer, dus ze is vaak alleen. Voor haar heeft het nu wel lang genoeg geduurd.
Een ander Amerikaans stel is iets gelukkiger aan boord. De man is 76, een echte buitensporter en voormalig bergbeklimmer, en hij beweegt zich makkelijk over het schip of in de mast. Het stel is al 55 jaar getrouwd, altijd samen gebleven, en zij steunt hem in alles. Een paar dagen geleden hebben ze samen, ondersteund door twee andere, zorgvuldig uitgekozen, passagiers, een voordracht gehouden. De man deed dat vol overgave en gevoel voor dramatiek, en het was voor hem niet moeilijk de aandacht van het publiek vast te houden.
Voor mijn gevoel ben ik nu pas echt gewend aan het leven aan boord en ik kan me redelijk handhaven. Ik draai een deel van de wachten, dus ik kan meehelpen maar ook uitrusten. Er is tijd om foto’s te maken, aan dek vogels te kijken, te schrijven, te lezen. Ik ben ook al lang niet meer zeeziek, en dat voelt wel goed. Bewegen blijft af en toe moeilijk, we hellen nu naar bakboord, dus alles schuift weer een andere kant op dan de voorgaande weken. Op zich liggen we wel stabiel dus je hoeft niet steeds kopjes te vangen die worden gelanceerd en als je even je glas neerzet ligt het niet binnen een minuut op je schoot. Ik ben wel andersom gaan liggen in mijn bed, en we kunnen niet meer douchen in onze hut omdat het water nooit bij de afvoer komt.
Ik kan ook wel genieten van het zicht op de zeilen met de wind erin en daarachter de wolken en de blauwe lucht. Het is mooi om te zien hoe het schip zich door de golven beweegt, hoe de vogels erachter hangen. Je kunt eindeloos ver kijken, je ziet alleen oceaan.
Tussen het oceaanleven door ben ik ook nog steeds druk aan het lezen. Ik heb de vierde Jane Austen gevonden, “Mansfield Park”, maar dat boek is minder licht van toon dan de andere drie en veel moraliserender. De muziek op mijn koptelefoontje is op het moment vooral de Beautiful South. Er zijn perioden dat ik elke dag naar die band luister, en ik vind het jammer dat ik maar een cd heb meegenomen. Tegelijk blijft het leuk dat je hier gewoon naar je eigen muziek komt luisteren.
Dit zijn wel echt de dagen dat iedereen op iedereen let en zich overal mee bemoeit. Sommige mensen maken daar een dagtaak van, en dat is soms heel vermoeiend. Je moet soms een beetje uitkijken, en je hoort ook steeds uitspraken van andere mensen herhaald. Ik geloof dat het nu weer tijd wordt dat ik lekker naar buiten ga om albatrossen te bekijken.
8 april 2005 – Atlantische oceaan
We varen vandaag op de motor naar het zuidoosten op zoek naar wind. Dat is wel grappig, we moeten eigenlijk naar het noorden. Het leven aan boord van een tall ship zit altijd vol verrassingen. Het is wel mooi weer, koud maar zonnig. Vreemd te bedenken dat we nog maar een weekje zeilen naar Kaapstad, volgende week om deze tijd hebben we de Tafelberg al bijna in zicht. Voordeel van het varen op de motor is dat we overstag zijn gegaan, dat het putje in de douche weer aan de goede kant zit, en dat we vandaag kunnen douchen. Zo kun je met simpele dingen al heel blij zijn.
Ik zie Jaap druk in de weer met de grote groene teil: hij is bezig zijn was te doen. Je kunt kleine hoeveelheden wasgoed inleveren bij de huishoudelijke dienst, maar de rest moet je zelf wassen. In Antarctica was dat lastig, heel koud water, dus hele koude handen. Hier gaat het een stuk beter. Een andere passagier, onze Duitse Asterix, heeft het wel voor elkaar gekregen de andere groene teil overboord te gooien. Het kind met het badwater.
Ik heb Luka Bloom op shuffle staan, dan hoor je liedjes in andere volgorde, minder verwacht en vanzelfsprekend, en dan luister je weer anders. Ik hoor nu “Diamond Mountain”, dat vond ik altijd al mooi maar nu valt me weer op hoe mooi.
Er zijn aan boord twee timmerlieden, een van hen is een Canadese jongen uit Quebec. Hij is nog erg jong, niet zo groot, en hij heeft een mooi rood sikje. Hij leidt een beetje een zwervend bestaan, geloof ik. Hij heeft een apart gevoel voor humor, en maakt mooie kastjes en andere meubelstukken. Eigenlijk is hij meubelmaker. Hij is altijd ergens achter het dekhuis bezig. De andere timmerman komt uit Nederland. Hij maakt nieuwe treden voor de trap waar een paar dagen geleden iemand van naar beneden viel.
Vlak achter het dekhuis is een hoge balk die door een aantal bemanningsleden en passagiers wordt gebruikt als trainingsapparaat. Net was een man of zes bezig zich op te trekken. Natuurlijk wordt dat meteen een wedstrijd waar iedereen zich in mengt. Het is wel grappig om te zien. De een wil niet onderdoen voor de ander.
Ik begin het sturen van het schip nu wel leuk te vinden, hoewel het soms moeilijk is. Ik let op het kompas en op de koers die me opgegeven wordt. Eigenlijk moet je meer op de zeilen letten, maar ik ben nog niet zo ver dat ik daar heel veel aan zie. Ik moet nog maar een beetje oefenen, denk ik. Straks heb ik weer wacht, dan mag ik weer een half uurtje sturen.
Er is hier aan boord veel aandacht voor alles wat met het eten te maken heeft. Iedereen weet precies wanneer de koekjes worden neergezet, wanneer er iets bijzonders is, en waar je op moet letten. De maaltijden zijn op vaste tijden en er is vaak iets extra’s. Er is een routine in alles, ook in het eten, het zijn altijd dezelfde mensen die vooraan in de rij staan, die er als eerste bij zijn als het om koekjes gaat, en het zijn vaak dezelfde die zich misdeeld voelen. Er is altijd ruim voldoende voor iedereen, zelfs na zes weken is er nog voldoende variatie, en voor ons, de vegetariers, wordt veel moeite gedaan.
Het is grappig dat je onwillekeurig meegaat in allerlei dingen waar je eigenlijk niet in mee wilt. Je gaat ook letten op het eten en de koekjes, je let veel te veel op sommigen van de mede-passagiers, soms zit je te veel te klagen en te roddelen. Ik probeer me zoveel mogelijk met mezelf en mijn eigen dingen bezig te houden, m’n eigen gang te gaan, maar soms ontkom je er niet aan in zo’n kleine gemeenschap.
Onze tweede stuurman is een Amerikaan die moeilijk van zijn stuk te brengen is. Hij is 29, komt uit Florida, en heeft altijd wel een sterk verhaal te vertellen. In zijn volgende leven wil hij terugkomen als walvis, dan kan hij lang leven, elk jaar de helft van de tijd bezig zijn met eten, de andere helft met het maken van baby’s. Hij is erg aardig, en kan goed uitleggen wat je nu eigenlijk moet doen en wat er van je verwacht wordt.
9 april 2005 – Onderweg naar Kaapstad
Als je met een zeilschip van 60 meter lang over de Atlantische Oceaan vaart kun je je iets meer voorstellen bij het idee dat de aarde een platte pannenkoek is. Ik heb vaak het gevoel dat ik in mijn scheepje in een panorama vaar, zoiets als het panorama van Mesdag. Je kunt rondom overal de horizon zien, behalve daar waar je een zeil in beeld hebt. Helemaal rondom houdt het beeld op waar de zee de lucht raakt. Ons schip zeilt daar middenin. Het panorama beweegt met ons mee en blijft altijd perfect rond. Het beeld verandert steeds wel, de wolkentekeningen, het blauw en de buien in de verte. Als je op het achterdek staat kijk je ook steeds mooi in de zeilen.
De activiteit aan boord is soms onvoorstelbaar. Vandaag worden er nieuwe ra’s en zeilen bijgezet. Dat betekent dat er, terwijl we met een snelheid van 7 knopen varen, iemand hoog in de mast met grote stukken hout in de weer is. Onderweg wordt ook onderhoud gepleegd, er worden zeilen gerepareerd, blokken geschuurd, kastjes gemaakt. Tegelijkertijd zijn er altijd wel mensen die slapen omdat dit een 24-uursbedrijf is. Er hebben altijd ’s nachts mensen wacht die overdag slapen.
Bijna alle passagiers leggen op een of andere manier hun ervaringen vast. Je ziet altijd wel mensen met dagboekjes rondlopen en schrijven, of achter hun laptop zitten. Er wordt ook veel gefotografeerd en gefilmd. Soms heb ik wel de indruk dat mensen niet meer gewoon kunnen kijken maar dat altijd alles door een lens moet en moet worden vastgelegd. Als je gewoon kijkt zie je wel veel meer en veel breder. Het lijkt wel of mensen iets niet gezien hebben als ze het niet vastgelegd hebben.
Het is een mooie dag vandaag. We hebben een redelijke snelheid maar liggen wel stabiel. Er zijn wat wolken maar vooral een blauwe lucht. Je ziet weer mensen bezig met de was en er hangt wasgoed op verschillende plekken op de dekken. Er zitten ook weer mensen met hun boek in de zon. De reflectie van het zonlicht in de zee is erg mooi. Er zijn ook weer veel vogels rondom de boot. Nog steeds veel grote pijlstormvogels, mooie elegante vogels. En de albatrossen blijven imposant.
Het sociale leven aan boord blijft schommelen. Na 6 weken samen met dezelfde groep heeft een aantal dingen zich gestabiliseerd. Er zijn kleine groepjes die wat vaker met elkaar optrekken en die in elkaars aanwezigheid ontspannen zijn. Ik heb ook een paar mensen gevonden bij wie ik me prima op mijn gemak voel en met wie ik graag klets. Dat zijn er de wat meer gespannen relaties, de mensen waar anderen zich aan ergeren. Naarmate de reis vordert wordt de spanning groter en zijn er meer mensen die elkaar ontlopen. En er zijn een paar mensen die erin slagen bijna iedereen op de zenuwen te werken. Het lukt onze scheepsarts intussen om de ontbijtzaal vrij snel leeg te krijgen. Zelfs de meest geduldige, rustige en aardige passagiers doen intussen veel moeite om hem te ontlopen. Ik doe dat al weken.
13 april 2005 – Richting Kaapstad
Antarctica ligt nu ver achter ons, nog ongeveer drie dagen zeilen tot Kaapstad. We varen zo langzaamaan het subtropisch gebied binnen. Het is warm buiten, mensen zitten met boek in korte broek aan dek. Wel voldoende wind om snelheid te houden, dus we gaan met vaart op Kaapstad aan. Het is een mooie blauwe lucht om het schip, wel witte wolkjes, maar dat is een prachtig gezicht.
Ik heb twee dagen op het achterdek foto’s staan maken van de albatrossen. Ik kon een telelens lenen, dus ik kon nu ook wat betere foto’s maken. Het is wel leuk om te doen, en ik wil het wel wat vaker gaan doen. Ik heb ook wat foto’s gemaakt van mensen aan boord, dat vind ik ook leuk om te doen. Ik moet me er eerst maar eens wat meer in verdiepen zodat ik wat beter weet wat ik nu eigenlijk aan het doen ben.
Het schip ziet er mooi uit nu alle extra zeilen ook gezet zijn, ongeveer zoals op alle reclame-foto’s. We kunnen gelukkig wel echt zeilen op het moment en de motor hoeft niet aan. Dat is vooral ’s nachts fijn, op deze manier kun je gewoon de hele nacht doorslapen. We hebben nog maar een keer een nachtwacht, dus kunnen we voor Kaapstad nog een beetje uitrusten. Wacht op dit moment is vooral sturen, en dat is vaak nog wel te combineren met het kijken naar alle vogels. Er is de afgelopen dagen hard gewerkt om het schip een beetje op te poetsen, zelfs een deel van de buitenkant is geverfd.
Je kunt merken dat mensen moe worden en dat de reis bijna afgelopen is. Er gebeuren meer kleine ongelukjes, mensen ergeren zich meer aan elkaar, en zelfs de meest gelijkmatige, rustige mensen beginnen bepaalde andere passagiers te ontlopen. Sommige passagiers worden zeer regelmatig ontlopen. Het is nu ook makkelijker omdat je op het hele schip kunt gaan zitten, niet alleen binnen. De Amerikaanse vrouw die alleen is meegekomen omdat haar man graag zeilt zit nog steeds de hele dag binnen. Ze komt alleen voor de lunch aan dek. Eigenlijk is ze de reis al heel lang zat. Een andere Amerikaanse is nog steeds bezig met haar proefschrift en zit meestal in het dekhuis te werken. In elk geval is ze nu niet meer zo ziek en kan ze ook echt werken.
Ik merk dat ik ook op moet passen en niet de hele dag op andere mensen moet gaan zitten letten. Het is leuker om gewoon voor jezelf bezig te zijn, maar je ontkomt er niet helemaal aan. Het zal vreemd zijn straks weer aan wal te zijn. Eerst in Kaapstad waar je helemaal niemand kent, dan weer thuis waar je wel veel dezelfde gezichten ziet van dag tot dag, maar veel meer en veel minder intensief. Na 7 weken zal dat wel weer wennen zijn.
Nu worden er ook weer zeilen bijgezet. Het zijn vooral de echte zeilers die zich daar nog mee bezig houden. Vandaag werkt onze birthday boy ook mee. Verjaardagen aan boord worden gevierd met taart aan dek, en de laatste paar keer ook met klein cadeautjes die mensen hebben gemaakt. De laatste jarige is vandaag aan de beurt en hij heeft meteen goed ingezet. Hij heeft zich getooid met slingers en een strooien hoed met roos. Zo weet iedereen in elk geval wie er jarig is.
Ik luister weer naar Luka Bloom, en het gaat me nog niet vervelen. Ik bedacht me dat hij op 6 mei weer in Amsterdam speelt en ik heb er nu al weer zin in hem te zien en horen spelen. Het lijkt me heerlijk ook weer dingen te kunnen doen die niets met zeilen en de zee te maken hebben. Het lijkt me ook heerlijk weer meer te kunnen bewegen, een eind te kunnen wandelen, hard te lopen, of te fietsen. Je kunt hier niet veel kanten op, en lichaamsbeweging is niet echt aan de orde, behalve dan het af en toe trekken aan touwen om zeilen te hijsen of te strijken.
15 april 2005 – bijna aan land
Het lijkt of ik lang niet heb geschreven, maar dat valt wel mee. Het is de een na laatste dag aan boord van het schip, en je kunt aan alles merken dat we bijna in de haven zijn. Het schip wordt opgeruimd en schoongemaakt, mensen zijn foto’s aan het maken van het schip en de dingen die hier al weken gebeuren. Er wordt geld opgehaald voor de bemanning, er wordt een loflied gemaakt, verslagen worden afgerond, digitale foto’s uitgewisseld. Je ziet mensen rondlopen met gidsjes van Kaapstad.
Het is een vreemd idee dat ik volgende week om deze tijd alweer een dag heb gewerkt, ik kan het me nog moeilijk voorstellen. We zitten nu bijna zeven weken met deze groep van 49 mensen aan boord van het schip en we hebben in die tijd weinig andere mensen gezien, een paar op South Georgia, een paar op Tristan da Cunha. Overmorgen lopen we in een grote stad tussen alleen maar mensen die we niet kennen. Hier kun je op elk moment met wie je ook ziet een praatje beginnen omdat je iedereen kent. De spanningen beginnen ook wel toe te nemen, dus waarschijnlijk is het goed dat we bijna aan het eind van de reis zijn.
We hadden vannacht onze laatste nachtdienst en konden tijdens het sturen genieten van een heldere sterrenhemel en een prachtig gezicht op de Melkweg. Tussendoor moest er ook nog worden gebrast, de masten en ra’s moesten zo worden gedraaid dat ze de meeste en de juiste wind konden vangen. Het betekent vooral aan touwen trekken of touwen laten vieren. Brassen heeft hier aan boord een bijna mythische betekenis. Als je dat helemaal snapt ben je geslaagd.
Na een nachtdienst ben je altijd brak en vooral heel erg moe. Vandaag is het rustig op zee, weinig vogels, dus we missen niet zo veel. Ik wil ook nog mijn laatste boek uitlezen, een thriller. Niet zo heel bijzonder, maar toch. Na mijn portie Jane Austen, en “Mansfield Park” is een behoorlijk taai boek, heb ik twee boeken van Karel Glastra van Loon gelezen. Wel mooi, moet ik zeggen. Ik ga thuis nog maar even verder met Jane Austen, ik zit daar nu wel weer helemaal in.
Gisteren heb ik weer een tijd foto’s gemaakt en er zaten een paar mooie bij. Je maakt er veel maar er zijn er steeds maar een paar echt de moeite waard. Ik begin het toestel en de principes nu een beetje te begrijpen, maar ik zal nog wel wat moeten oefenen voor het echt wat wordt. Ik begin het in elk geval steeds leuker te vinden. Ik vind het leuk om vogelfoto’s te maken, maar ook om leuke portretten of andere foto’s van mensen aan boord te maken.
25 april 2005 – weer thuis
We zijn alweer bijna een week thuis. De tijd gaat zo snel. Ik kan me nu moeilijk meer voorstellen dat ik deze tijd vorige week ergens bij de waterzuivering van Kaapstad naar pelikanen, flamingo’s en ibissen stond te kijken.
De aankomst in Kaapstad was wel indrukwekkend. We waren ’s ochtends vroeg opgestaan om Kaap de Goede Hoop te kunnen zien, een mooi uitzicht. We waren amper aan dek of er kwam een enorme groep dolfijnen op het schip af, gewoon onderweg van A naar B en ons schip lag toevallig op de route. Ze kwamen van bakboord aanzwemmen, doken onder de boot door en gingen aan stuurboord weer verder. Het moeten er honderden geweest zijn. Later speelden er nog dwarsgestreepte dolfijnen een tijd om de boot heen, ook een mooi gezicht. Ik stond net aan het roer maar dat ging niet helemaal goed en ik was al snel 30 graden van koers. Gelukkig nam Jason even het stuur van mij over zodat ik ook even kon gaan kijken.
Hier zagen we ook de Kaapse Jan van Genten en onze eerste afrikaanse pinguins. Even later werden alle vogels vervangen door kleine jachtjes die ons begeleidden naar de haven, het was een feestelijke intocht. Op de kade ook nog veel mensen, het was een mooie zaterdagmiddag dus het was druk aan het Waterfront.
Na alle douane-formaliteiten mochten we dan tegen vieren echt aan wal. Land onder de voeten, en dan nog wel Afrikaans land, voor mij ook nieuw. Even pinnen en informatie opvragen bij de VVV en daarna het afscheidsdiner aan boord. Een groot saladebuffet met vooral veel verse groente en fruit. Het was heerlijk na alle diepvries en blikgroenten.
Het was wel vreemd om nu allemaal andere gezichten aan boord te zien, de nieuwe kapitein, nieuwe bemanningsleden, bijna een inbreuk op je privacy. De volgende ochtend was het afscheid nemen, niet iedereen was op tijd wakker, dus ik kon niet iedereen gedag zeggen, maar de meeste mensen wel. Dat is toch wel vreemd en in veel gevallen erg jammer, omdat je zo lang zo intensief met elkaar optrekt.
Onze drie dagen in Kaapstad zijn goed besteed met bezoeken aan de Kirstenbosch Botanische Tuin, de Waterzuivering en Rondevlei. Drie gebieden waar je veel vogels kunt zien, en ik was zeer onder de indruk van de grote varieteit aan vogels, van de kleine maar prachtige brilvogeltjes tot de gigantische pelikanen. In de botanische tuin vooral bos- en tuinvogeltjes, bij de waterzuivering veel wadvogels, waaronder veel steltkluten en koereigers. Heel mooi. Hoogtepunten waren de grote uil die we bij de waterzuivering langs het pad zagen zitten, en de ijsvogeltjes in Rondevlei.
De laatste dag hebben we nog een bezoek gebracht aan Robbeneiland. Je krijgt daar maar heel weinig tijd, dus we hebben ervoor gekozen buiten te lopen en zwartvoetpinguins te bekijken en om niet de hele rondleiding door de gevangenis mee te maken. Als ik ooit nog terugga zou ik dat wel doen, denk ik, maar ik vond het nu vooral leuk de pinguins te kunnen bekijken. Er is veel te zien in Zuid-Afrika.
Ik ben nog wel bezig alle indrukken te verwerken. Als ik nu terugkijk, alle foto’s weer zie, dan komen veel herinneringen terug, maar het is wel veel. Ik kan ook nog even moeilijk aarden in het dagelijks leven. Ik hoop dat dat wel snel weer lukt.
Ik ben een vreemde reis begonnen, een lange reis langs veel verschillende plekken. Ik heb mijn reis onderverdeeld in verschillende vakanties om alles een beetje overzichtelijk te houden. Een paar dagen in Zuid Amerika, een dag of 10 op Antarctica, een korte zeilreis, een weekje Zuid-Georgia, weer een zeilreis, een weekend Tristan da Cunha, een zeilreis en een paar dagen Kaapstad. Drie continenten in acht weken, met daartussenin een grote oceaan.
Zuid Amerika is iets anders dan ik had verwacht. Onze taxirit door Buenos Aires was wel een ervaring, een grote stad, heel warm en een andere rijstijl dan wij gewend zijn. Ushuaia is wel een leuke stad, levendig, maar niet zo groot dat het onoverzichtelijk wordt. Er is hier ook een keurige grid-structuur, met de lange hoofdstraten parallel aan het water. De invulling van het grid is lekker rommelig, losse huisjes, grotere gebouwen in alle soorten, kleuren en maten. Het is leuk om te zien. Wat me opvalt is dat de mensen heel vriendelijk zijn. De taxichauffeur die ons naar het park heeft gereden met zijn busje heeft veel verteld, en hij gaf mij heel charmant een handkus. Tijdens onze laatste rit stopte hij onderweg om calafate-bessen te plukken. Als je die eet kom je nog een keer terug in Vuurland.
Het leven hier is heel goedkoop. Voor ongeveer 1,5 Euro kun je hier een liter bier kopen, en je kunt met z’n tweeen voor een tientje heel redelijk eten. We hadden ook beter hier onze Antarctica-uitrusting kunnen aanschaffen.
We hebben drie dagen gewandeld in het nationale park van Tierra del Fuego, een mooi park met een voor ons ongebruikelijk landschap. Hoge bomen, grote mossen, rivieren en meren, hoge, besneeuwde bergtoppen. Het was goed wandelweer, droog en niet al te warm. We hebben verschillende routes gelopen en veel verschillende vogels gezien. Hoogtepunten voor mij waren de prachtige Magelhaen-specht en de plaatselijke ijsvogel. De vogels zijn veel minder schuw dan in Nederland en het is zelfs mij gelukt een mooie foto van de ijsvogel te maken.
Ook in de directe omgeving van Ushuaia hebben we veel vogels gezien. Een prachtig klein valkje, de Amerikaanse torenvalk, en, tot onze verbazing, veel kwakken. Je ziet hier de mooiste vogels in de buurt van de riooluitlaat en bij de vuilnisbelt.
We hebben ons schip, de Bark Europa, al zien liggen. We zagen het schip eigenlijk al toen we aan kwamen vliegen. Het schip ligt aan de kade naast een aantal grote schepen, en lijkt eigenlijk heel klein. In eerste instantie sloeg de schrik me toch wel een beetje om het hart, moeten we met zo’n klein schip de oceaan over? Het ziet er wel mooi uit met de masten en de houten dekken. Ik ben heel benieuwd hoe het allemaal zal gaan verlopen.
9 maart 2005 – tussen Trinity en Deception Island
We zijn al ruim een week aan boord van onze driemaster en het is een hele ervaring. Soms voelt het of ik nooit ergens anders ben geweest. Aan de ene kant is veel nog nieuw en vreemd maar veel dingen zijn ook al gewoonte geworden. Je weet hoe laat je moet eten, waar je moet zijn, hoe veel dagelijkse dingen werken. Veel dingen weet ik ook nog niet, vooral de dingen die te maken hebben met zeilen. Daar voel ik me nog wel heel erg onzeker over.
Veel dingen vallen me mee en vind ik leuk. Het varen met de zodiacs is wel een ervaring, je wordt nat en koud maar het is wel leuk. Je komt lager bij het water en je kunt de dingen op een heel andere manier zien. De dieren, maar ook de ijsbergen, zoals vanochtend op het ijsbergenkerkhof bij Trinity island. Ik was heel erg onder de indruk van alle tinten blauw, dat was wel heel mooi. Het was “Exploring the Blue” in het extreme.
Het leven aan boord van het schip en langs Antarctica geeft het blauw helemaal een nieuwe inhoud. De zee geeft alle tinten blauw te zien, soms zie je wat er onder de golven gebeurt als het water langs de patrijspoort van je hut slaat. Je ziet dan het diepe blauw onder de golven waar het licht van boven invalt. Vlakbij de gletsjers en de ijsbergen zie je het hele oude, blauwe ijs, heel mooi tussen het wit. Op de mooie dagen zie je het blauw van de eindeloze luchten om je heen. Tot aan de horizon is er alleen zee en lucht, grijsblauw en blauw, maar afhankelijk van het licht ook allerlei verschillende tinten.
Ik voel me hier ook wel goed zo al met al. In het begin had ik wel moeite met alles, maar ik denk dat dat verschillende redenen had. Ik voelde me een beetje zeeziek, en tegelijk was ik continu slecht geconcentreerd en slaperig door de zeeziektetabletten. Ik was alleen maar moe en wilde slapen. Na een dag of vier was dat gelukkig over en begon ik me fysiek beter te voelen. Dan was er het vreemde van het schip, de wachten, het onregelmatige slapen, al die touwen en dat vreemde werk. Daar ben ik nog niet echt aan gewend, en ik heb ook een beetje de basis gemist. Ik wil wel wat meer gaan helpen, ook als dat betekent dat ik af en toe domme vragen moet stellen. De meeste mensen hier zijn erg aardig en lachen je niet zo snel uit, gelukkig.
Wat me aanvankelijk nog het meest angst inboezemde waren al die mensen. Ik voelde met slecht op mijn gemak bij het idee zo lang met die mensen te moeten optrekken en steeds sociaal te moeten zijn, maar het gaat me beter af dan ik had verwacht. Er zijn veel aardige mensen en ik vind het leuk met die mensen te praten en een beetje op te trekken. Er zijn er ook een paar waar ik me aan erger, maar het schip is groot genoeg om die mensen uit de weg te gaan. Met anderen heb je minder contact, maar is het verder wel goed en maak je zo af en toe een praatje.
De bemanning is over het algemeen aardig en geduldig. Ze werken allemaal enorm hard en doen heel veel voor je, gevraagd en ongevraagd. Er is steeds wel iets extra’s, champagne op het meest zuidelijke punt van de reis, op een koude dag warme chocolademelk met rum, en taart voor elke jarige. Het eten is goed en goed verzorgd, zeker gezien de beperkingen. Het lijkt me interessant het boodschappenlijstje te zien. Wat koop je in voor 49 mensen die 7 weken op zee zullen zitten.
Vrijdag 18 maart 2005 – ten zuidwesten van South-Georgia
Het blijft een hele vreemde vakantie. We leven hier in een kleine gemeenschap en dat begint zich nu ook wel af en toe te wreken. Je merkt dat mensen enorm op elkaar letten en commentaar op elkaar beginnen te hebben. Er zijn ook mensen die ik probeer te ontlopen, Het is wel grappig zo al met al. Iedereen heeft het gemunt op onze jongste mede-passagier die zich aan geen enkele regel houdt en volkomen zijn eigen gang gaat.
Ik heb net twee dagen met griep in bed gelegen. Hoe ziek ik nu echt was weet ik niet, ik was gewoon te moe om op te staan en heb die twee dagen ook echt geslapen. Niet eens gelezen. Ik ben nu nog duf en moe en heb niet zoveel eetlust.
Ik ben sowieso weinig gemotiveerd om dingen te doen. Ik wil wel steeds schrijven, want er zit veel in mijn hoofd, maar tegelijk heb ik er niet echt de energie voor. Ik lees voornameljk flutterige boeken van Dan Brown en Saskia Noort. Niet echt de moeite waard, maar wel een leuk tijdverdrijf.
Ik heb me wel een beetje teruggetrokken en leef veel meer in mezelf dan normaal. Ik hou mensen en contacten af zodra het allemaal een beetje veel wordt. Ik ben vaak niet zo spraakzaam ’s ochtends vroeg aan het ontbijt, zeker niet als ik ’s nachts wacht heb gelopen. Misschien komt dat ook omdat ik me vaak fysiek niet zo goed voel.
Morgen moeten we aankomen op South Georgia, ik ben wel heel benieuwd hoe het daar is en hoe het is om weer even aan land te zijn. En om andere gezichten te zien.
25 maart 2005 – ten noordoosten van South- Georgia
Ik ben dus op reis in het land van Adelie, maar helaas heb ik haar gemist. Het is nu herfst in Antarctica, het wordt kouder, grotere delen worden onbereikbaar, en de meeste pinguinsoorten zijn klaar met broeden. We zijn niet zuidelijk genoeg gekomen om de Adelie-pinguins te kunnen zien helaas. Wel hebben we keelbandpinguins, ezelspinguins en koningspinguins gezien. Het blijft vreemd om ergens aan de rand van het land te zitten en dan ineens een pinguin naast je te zien verschijnen. Vooral de koningspinguins zijn prachtig. Grote dieren, met een heel mooi kleurenpatroon. Ik ben erg onder de indruk.
Vandaag varen we midden op de Atlantische Oceaan, ongeveer 300 mijl van South Georgia, 1100 mijl van Tristan da Cunha, ons volgende reisdoel. Dit schip is niet zo groot, en af en toe voel je echt dat je maar een notendop bent op de grote oceaan. Om ons heen is vooral de grote leegte, de vogels, af en toe een walvis.
Op dit schip leven 15 bemanningsleden en 34 passagiers. Het is een kleine gemeenschap die zeven weken met elkaar opgesloten zit. De mensen zijn afkomstig uit verschillende landen, Nederland, Canada, Verenigde Staten, Groot-Brittannie, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Iedereen heeft zo zijn eigen redenen om hier aan boord te zij. Wij zijn hier voor de natuur en de vogels, er is een radio-amateur die van afgelegen plekken wil zenden, anderen willen in de voetstappen van Shackleton treden. Maar er zijn vooral zeilers, mensen die een schip als dit van de ene kaap naar de andere willen varen.
Ik ben geen zeiler, maar ben ook af en toe bezig met het besturen van dit schip, of help een zeil te hijsen of naar beneden te halen. Ik weet niet altijd precies wat ik doe, maar tot nu toe gaat het goed. Ik denk ook niet dat er zoveel fout kan gaan, of ik denk niet dat de bemanning ons dingen laat doen die fout kunnen gaan. Het is wel een beetje of je teruggaat in de tijd op een zeilschip als dit. Je ziet alle oude films met zeilschepen en kunt je er ineens veel meer bij voorstellen. Het is wel een wereld op zich, alle touwen en zeilen, alle maneouvres, alle termen. Voor de bemanning is dit een groot deel van het leven, altijd leven in wachten, als het nodig is direct je bed uit wanneer de kapitein dat nodig acht, altijd aan het werk zowel boven in het want als onderin de kombuis.
En dan zijn er de lopende onderwerpen van het leven aan boord, doet de watermaker het vandaag nog en zo ja, hoeveel water is er geproduceerd? En hoeveel is er dan verbruikt? Wie eet toch altijd alle koekjes op? Hoeveel koffiekopjes zijn er de afgelopen uren gesneuveld en hoeveel zijn er nog over? Wie is er nog zeeziek, wie wordt het laatste slachtoffer van de griep? Wie ziet de eerste blauwe vinvis? Wanneer zien we Tristan da Cunha?
Af en toe is er contact met de buitenwereld, vooral via de radio-amateur, die het wereldnieuws het schip rondstuurt. Of er is iemand die luistert naar de wereldomroep. Het wereldnieuws lijkt hier alleen een stuk minder relevant. Dat zien we wel weer wanneer we thuis komen.
Dit is het gebied van de albatrossen, de stormvogels, de walvissen en de dolfijnen. Het is ongelooflijk dat hier nog gewoon van alles leeft. De albatrossen zijn prachtige, grote, imposante vogels. Ze scheren over de golven, schijnbaar moeiteloos, ver van alle land. Maar datzelfde geldt voor de hele kleine stormvogeltjes die je op grote afstand van land nog steeds tegenkomt. De walvissen zijn enorm, mooi om te zien en te volgen.
We zeilen zo langzaamaan de het gebied van de Antarctische convergentie uit, maar zien af en toe nog steeds ijsbergen in de verte aan de horizon. Het wordt nu wel langzaam warmer en we kunnen met een paar laagjes kleding minder toe. De lange onderbroeken kunnen nu wel bijna in de kast blijven. Op Tristan da Cunha is het nu nog zo’n 18 graden, daarna zal het pas echt warm worden. De hele koude winden hebben we in elk geval achter ons gelaten.
Vandaag houdt Tristan da Cunha ook vooral de gemoederen bezig. Wanneer komen we daar aan? Wat kunnen we er doen? Is er chocola te koop? Is de bar open? Het is wel een vreemd idee nu onderweg te zijn naar dat eiland. Het klinkt zo exotisch, zo afgesloten, maar we gaan er toch op bezoek. Onze radio-amateur heeft al dagelijks contact met het eiland en probeert een uitstapje naar Nightingale te regelen. Als we op tijd op Tristan zijn krijgen we daar ook extra tijd, dus misschien lukt het wel. Het zou erg leuk zijn.
We hebben deze keer ook muziek meegenomen op vakantie, en het is heerlijk om je daarin af en toe te kunnen terugtrekken. Ik heb steeds de muziek van Luka in mijn hoofd. “Don’t Be Afraid of the Light that Shines within You”, toepasselijk nu we op Kaapstad, de stad van Mandela, afvaren. Hoe vaker ik de zin hoor, hoe beter ik hem begrijp. Het past in veel van de dingen waar ik op dit moment mee bezig ben.
En er zijn boeken aan boord. De radio-man heeft boeken meegenomen voor in de bibliotheek, waaronder drie Jane Austen boeken. Ik ben deze keer begonnen met “Persuasion” , en het is leuk weer even mee te leven met Anne Elliott en haar Captain Wentworth. Hierna wordt het denk ik “Sense and Sensibility”.
27 maart 2005 – op de Atlantische Oceaan
Eerste paasdag, op een andere manier. We zijn nu echt de zuidelijke oceaan uit en varen op de Atlantische oceaan. Het is lang niet meer zo koud als het is geweest, je kunt nu een tijd aan dek staan zonder muts en handschoenen. Heerlijk. Geen wollen ondergoed, geen twee lagen handschoenen, niet altijd meer die dikke zeilbroek. Af en toe gewoon even lekker in de zon.
We varen niet heel hard vandaag, een beetje dobberen eigenlijk, maar dat voelt wel lekker. Ik was gisteren de hele dag zeeziek, lag alleen maar in mijn kooi en dat is niet heel gezellig. Je wordt er ook moedeloos en depressief van. Vandaag gaat het goed en ik heb genoten van de buitenlucht.
Nu zit ik in het dekhuis, de plek waar het tegen de avond gezellig wordt, waar de bar is, waar de mensen vooral komen om te kletsen, kofie te drinken of te eten. Het is nu vooral kletsen om me heen, hoewel er ook mensen lezen en schrijven. Bijna iedereen aan boord houdt wel een dagboek bij.
Het gezelschap aan boord is gemengd. De gemiddelde leeftijd ligt niet zo heel laag, veel mensen zijn (bijna) gepensioneerd. We behoren hier echt tot de jongeren. Iedereen heeft zo zijn eigen interesse en beleeft zijn reis op een andere manier.
Ik heb gisteravond “Persuasion” uitgelezen. Het is grappig om een boek dat je kent, al een paar keer hebt gelezen, toch weer zo ademloos uit te kunnen lezen. Je leest elke zin bewust, en dat is ook leuk. Ik heb tot nu toe aan boord alleen makkelijke dingen gelezen, zo’n beetje alles wat Dan Brown heeft geschreven, en de boeken van Saskia Noort. Brown schrijft vooral film-scenario’s met heel veel actie, je ziet het voor je. En van Saskia Noort ben ik niet zo onder de indruk. Misschien dat ik daarom nu Jane Austen extra waardeer. Ik vond vanochtend ook “Pride and Prejudice”, dus ik ben daar maar in begonnen. Altijd goed. Je weet hoe goed Austen is, maar pas als je de boeken weer herleest realiseer je je hoe goed en hoe subtiel ze schrijft.
Zo ver weg heb je niet echt benul van de dagen en de tijden, maar de bemanning doet wel zijn best om het Pasen te maken. Er is speciaal paasbrood gebakken, er was een eierschilderwedstrijd, en vanmiddag was het chocolade-eieren zoeken aan dek. De competitie zat er wel echt in en de echte zeilers gingen de masten in om te zoeken. Ze hadden geluk.
28 maart 2005 – Atlantische Oceaan
Een tweede paasdag midden op de Atlantische Oceaan. Je raakt hier op een gegeven moment compleet je tijdsgevoel kwijt. We rekenen op dit moment vooral met dagen naar Tristan da Cunha. Vandaag was een goede dag buiten. Ik heb veel achterop het schip gestaan om naar de vogels te kijken. Het is zo’n fantastisch gezicht om de reuzenalbatrossen, de zwarte albatrossen en de grijskoppen achter de boot te zien zeilen. De vogels zijn zo groot en zo imposant, je kunt er de hele tijd naar kijken. Het is moeilijk om alle vogels die hier rondzwerven uit elkaar te houden. Behalve albatrossen zijn er verschillende soorten stormvogels, pijlstormvogels en stormvogeltjes. We varen nu steeds meer richting Tristan en dat betekent dat we vooral de soorten gaan zien die daar broeden.
We zijn nu halverwege tussen South Georgia en Tristan da Cunha, echt middenop de Atlantische Oceaan. Dit is geen gangbare vaarroute, dus we komen geen andere schepen tegen. De enige mensen die we deze dagen zien zijn onze mede-passagiers en de bemanningsleden. Op Tristan zullen we wat nieuwe gezichten zien en wellicht twee nieuwe passagiers oppikken. Blijkbaar zijn er twee Britse wetenschappers die vervoer zoeken naar Zuid-Afrika en omdat er maar zo weinig schepen zijn die op Tristan varen hebben ze gevraagd of ze met ons meekunnen.
Het is enorm interessant om de sociale omstandigheden hier te observeren. Mensen die aan het begin van de reis gezellig een praatje maakten, nu dikke vrienden zijn geworden of elkaar niet meer kunnen luchten of zien. De mensen die graag op de voorgrond treden en veel ruimte in nemen, de mensen die hun eigen gang gaan en veel minder zichtbaar zijn.
De meeste mensen maken deel uit van het wachtsysteem en werken mee aan het reilen en zeilen van het schip. Sommige mensen doen dat heel enthousiast en fanatiek, ze klimmen de masten in, vechten om een plek aan het roer, en staan altijd wanneer gevraagd direct aan allerlei touwen te trekken. Ik ben wat minder enthousiast en draai gedeeltelijk mee met de wachten. Als mij goed wordt uitgelegd wat ik moet doen trek ik ook aan de touwen, ik kan intussen redelijk sturen, help af en toe een zeiltje repareren, maar ga niet de mast in. We hoeven nu in elk geval niet meer op de uitkijk om de ijsbergen te zien. Dat was op zich niet zo erg, maar vaak wel koud, en hoe goed kun je midden in de nacht nu echt die ijsbergen aan zien komen?
Ik heb regelmatig de, vrijwillige, vogelwacht. Heerlijk op de achterplecht zitten, en turen naar de vogels. Het is nu niet meer zo bar koud, dus je kunt heerlijk zonder muts, zeilbroek en drie paar handschoenen een paar uur buiten zitten. En we varen langzaam richting de tropen, dus het wordt alleen maar beter. Het is heerlijk om buiten te zijn en niet misselijk in mijn kooi te liggen. Dat is het voordeel van dagen als deze, met weinig wind en weinig deining. Helaas betekent dat ook dat we niet echt opschieten en dat we misschien niet zo lang op Tristan kunnen blijven als we hadden gehoopt.
29 maart 2005 – Atlantische Oceaan
Deze reis is een tocht van vrij extreme temperatuurschommelingen. We begonnen in Amsterdam zo rond het vriespunt. In Buenos Aires vlogen we de 30 graden in, om vervolgens in Ushuaia in een heerlijke 15 graden terecht te komen. Ik kreeg meteen het voorjaar in mijn hoofd.
Maar dan reis je naar het zuiden. Het wordt nooit echt veel minder dan het vriespunt. Er staat wel vaak veel wind, soms wordt je nat door spatwater, regen of sneeuw en dat maakt je koud, maar het is hier nog lang geen winter. Terug naar het noorden, richting South Georgia, betekent dat het heel langzaam een klein beetje warmer wordt. Je kunt een laagje minder aan doen dus je wordt iets mobieler en je kunt je wat sneller aankleden, maar de wachten ’s nachts bljiven erg koud als je wacht hebt en op de uitkijk staat of aan het roer.
Dan vanaf South Georgia gaat het hard. Ineens sta je met een temperatuur van een graad of 15 in de zon aan dek en kun je een tijdje blijven staan zonder muts, handschoenen en zeilbroek. En het kan zelfs prettig zijn een tijdje te sturen. Het laatste weerbericht van Tristan da Cunha is dat het daar zo’n 30 graden is, dus we hebben nog wel wat voor de boeg. Ik ben benieuwd hoe warm het straks in Kaapstad is.
30 maart 2005 – Atlantische Oceaan
De meer opvallende passagiers hebben in de loop van de vijf weken tot nu toe bijna karikaturale vormen gekregen. Als je zo lang met een zo gevarieerde groep woont gebeurt er van alles met het idee dat je van de mensen hebt. Sommigen leer je beter kennen, het zijn de aardige en meestal niet de meest opvallende mensen. Het is leuk om te praten met mensen die je anders niet zo snel zou tegenkomen en te horen over levens die toch wat verder van het jouwe afstaan. Er zijn ook mensen met wie je minder contact hebt, misschien omdat ze je minder liggen, de mensen die je vooral observeert en wiens bijzonderheden steeds verder worden uitvergroot. En de groepen zijn ook niet helemaal constant, mensen met wie je aanvankelijk goed kon opschieten blijken sterke onhebbelijkheden te laten zien, mensen die eerst wel erg afstandelijk waren blijken toch erg aardig te zijn.
Het roddelcircuit is ook aanmerkelijk, je ziet en hoort het gebeuren en je gaat er zelf ook makkelijk in mee. Te makkelijk soms. En sommige onderwerpen zijn ook te dankbaar om zomaar te laten gaan. Wie houdt zich niet aan de ongeschreven regels van de groep? Wie houdt zich met bijzondere dingen bezig? Wie heeft er een grappige uitspraak gedaan? Sommige mensen bevinden zich bijna constant in de sociale ruimten en bemoeien zich overal mee, leveren commentaar en maken van alles iets grappigs.
Onze amateur-radioman is een soort Popeye, een prototype zeeman. Niet zo groot, een rond brilletje, witte baard, kaal hoofd waar vrijwel altijd een mutsje op rust. Hij heeft altijd zijn waterdichte schoenen aan en loopt in zijn lange onderbroek annex trainingsbroek. Hij heeft een hoekje van het dekhuis geclaimd waar zijn radio vastgesnoerd staat. Het setje moest eerst twee keer door het dekhuis vliegen voor hij het vastzette. Op de meest vreemde momenten kruipt hij erachter, zet zijn koptelefoon op en begint met harde stem zijn call-sign te roepen. Zijn vaste partner op dit moment is Andy op Tristan da Cunha. Hij regelt ook voor iedereen aan boord het zenden en ontvangen van e-mail, dus er is een hoop heen en weer geregel van bestanden van en naar zijn kleine computer.
Zijn vrouw is veel zeeziek, vooral meegegaan voor de pinguins en teleurgesteld dat we er zo weinig zien. Ze moet eigenlijk haar proefschrift afmaken, maar komt niet aan werken toe omdat ze te ziek is.
Er is een vrouw van 70 die vooral wil genieten van de elementen. Ze huppelt het schip over, half dansend, maar moet zich vooral overal aan vasthouden omdat ze last heeft van haar heup. Ze neuriet ook de hele tijd zodat je altijd weet wanneer ze in de buurt is. In het begin wilde ze nog wel meehelpen maar ze blijkt toch minder mobiel dan ze had gedacht en ze ziet ook niet wat er moet gebeuren of heeft er geen zin in omdat het dingen zijn die ze haar hele leven al heeft moeten doen.
Onze scheepsarts is niet anders te omschrijven dan als “nincompoop”. Ik weet geen nederlands woord dat hem zo goed omschrijft als dat. Hij is compleet naief, overactief en vrij dom, maar ook enorm arrogant. Hij kan heel enthousiast zijn over het schip en het zeilen, maar het blijft wel heel oppervlakkig allemaal. Hij is nooit te beroerd om de vaste bemanning uit te leggen hoe ze hun werk moeten doen. Hij lijkt vooral bezig met het registreren van alles wat er gebeurt met zijn camera’s, video en foto, om aan alle vrienden en kennissen te laten zien wanneer hij weer thuis is. Als er iets aan dek wordt gesignaleerd rent hij naar buiten voor de opname om dan later nog eens te gaan informeren wat hij nou eigenlijk precies gefilmd heeft. Hij loopt rond in veelkleurige kleding, met een vrolijk mutsje met twee kwastjes op zijn hoofd, als een soort bejaarde kleuter. Hij is de scheepsarts, maar de passagiers moeten hem vaak uitleggen welke andere passagiers ziek zijn. Een medepassagier vertelde hem dat hij ziek aan het worden was, alle symptomen van griep, de reactie van de toegewijde arts was: “Dan moet ik maar bij jou uit de buurt blijven.” Toen ik na twee dagen met griep in bed weer verscheen en hem vertelde dat ik ziek was geweest bleek dat dat volledig langs hem heen was gegaan en dat was hem ook wel prima zo. “Ja ach, dat kun jij zelf wel oplossen”. Ik hoop niet dat mij hier echt iets overkomt of dat ik echt ziek wordt. De man is een complete chaoot.
Zijn vrouw is er ook bij, voornamelijk om de man aan te sturen, denk ik. Zij vertelt hem met grote regelmaat wat hij moet doen. Ze vertelt ook de andere passagiers wat ze moeten doen. Ze let overal op, moet overal om lachen want alles is leuk en bijzonder. Ze is heel kritisch op haar medepassagiers die zich op de koekjes en de chips storten, maar is dat vooral als ze zelf net te laat is om voor in de rij te staan.
Er is nog een andere arts aan boord die eigenlijk graag als scheepsarts was meegegaan en ook erg haar best doet om dat in de praktijk te zijn. Ze is beste maatjes met de kapitein en altijd in de bar te vinden zodra zijn wacht is afgelopen en hij nog een biertje drinkt. Ze gedraagt zich als bemanningslid hoewel ze dat niet is. Ze klaagt over het gebrek aan overleg en samenwerking in de wacht, maar gaat vervolgens zelf compleet haar eigen gang zonder rekening te houden met de andere mensen in haar wacht.
Er zijn twee Engelse heren, niet al te jong meer, die zowel hetzelfde als erg verschillend zijn. De ene is een echte gentleman, hij woont op Guernsey, heeft een eigen schip, is in alle opzichten upper-class, vol zelfvertrouwen en vol verhalen, duidelijk erg slim. Hij wil ook altijd graag al zijn ervaringen delen met de mede-passagiers. De andere is een postbode uit Reading, vervroegd met pensioen en hij vaart met het schip mee terug naar Portsmouth. Hij is een echte zeiler en wil van alles doen. Hij kijkt enorm op tegen de Guernsey gentleman en zoekt ook altijd zijn gezelschap. Hij lacht weinig en het lijkt niet echt of hij het nou echt naar zijn zin heeft, hoewel dat volgens mij wel zo is.
De jongste passagier is ook een engelsman, maar weer compleet anders. Hopeloos verwend, heeft geen school afgemaakt maar het ontbreekt hem aan niets. Hij gaat zijn eigen gang en trekt zich van niemand iets aan. Hij maakt deel uit van het wachtsysteem maar komt vaker niet dan wel opdagen. Hij ziet er goed uit en is een favoriet van de meiden in de keuken zodat hij altijd net iets extra krijgt. Toch klaagt hij dat hij zo weinig eten krijgt. En zo ongeveer iedereen heeft kritiek op hem en vindt hem hopeloos.
Ook twee Engelse meisjes, de ene uit Newcastle, vaak slecht te verstaan, de andere woont al jaren in Duitsland. Het meisje uit Newcastle probeert steeds mensen voor de gek te houden en is altijd in voor een geintje. Ze probeert steeds de vrouwen bij elkaar te houden en een beetje op te zetten tegen de mannen. Het meisje dat in Duitsland woont is wat serieuzer en altijd hard aan het werk. Ze is echt meegekomen om te zeilen.
Er is een Franse vrouw, een jaar of 50, zeer stevig, die zich gedraagt als een verwend meisje. Ze zet steeds een meisjesachtig stemmetje op en trekt een pruillipje, vooral als ze haar zin niet krijgt. Ze is steeds zeeziek, maar eet meer dan de meesten en slaat geen maaltijd over. Ze heeft rijke ouders, enorm veel dure apparatuur bij zich, maar ze weet niet hoe ze er mee om moet gaan.
Onze Asterix komt uit Duitsland, blond met een klein staartje en een echte Asterix-snor. Hij wil graag lid van de bemanning worden en zit steeds ergens hoog in een mast. Hij is altijd enthousiast bezig met de dingen die met zeilen en het schip te maken hebben. Hij heeft een droog gevoel voor humor.
31 maart 2005 – richting Tristan da Cunha
Na twee mooie, rustige dagen is het vandaag weer ruiger. De golven zijn hoger, slaan soms over het dek en het schip beweegt weer veel meer. Tot mijn verbazing ben ik nog niet zeeziek geworden vandaag, ik ben daar wel blij om. Vanochtend hadden we wacht maar er was niet zo heel veel te doen. Wel druk aan het roer omdat we de wind niet vanaf de goede kant hebben. Soms is dat zeilen wel ingewikkeld allemaal.
Het goede weer van de afgelopen dagen betekende dat je veel meer buiten kon zijn, gewoon met een boekje in de zon, of om echt vogels te kijken. We zien nu weer andere soorten albatrossen, dat is wel leuk. Ik vind zelf de grote pijlstormvogels ook erg mooi. Het blijft verbazingwekkend dat zulke, soms hele kleine, vogels hier leven zo ver van alle land.
De passagiers vormen intussen een grote leesclub. Vrijwel iederen is wel met een boek bezig, en je ziet boeken de ronde doen. Er zijn drie exemplaren van de Da Vinci Code aan boord, en ze zijn ook steeds in gebruik. Tegen het eind van de reis heeft bijna iedereen het wel gelezen. Ik heb net mijn derde Jane Austen uit, “Sense and Sensibility”. Het is lang geleden dat ik het heb gelezen, volgens mij toen ik nog studeerde, maar ik heb intussen wel de film gezien. Het is wel moeilijk om de personages in het boek de gezichten van de acteurs te geven zo af en toe. Het blijft me verbazen hoe leesbaar de boeken van Austen zijn, helder geschreven, mooie zinnen met veel dubbele bodems, en ronde personages. Je kunt je verliezen in de romantiek, in de humor en je leeft mee met de personages. Na alle thrillers waardeer ik haar werk misschien nog wel meer. Voorlopig is de voorraad Austen even op, “Mansfield Park” is in gebruik, maar daar kan ik ook thuis mee verder. Ik denk dat ik nu weer begin in “Bleak House”, ook lang geleden dat ik dat gelezen heb. Of uberhaupt iets van Dickens. Ik heb nog bijna drie weken, dus dat moet lukken.
Morgen is het al april, dan zouden we toch zo ongeveer Tristan da Cunha moeten kunnen zien. De wind staat helaas verkeerd, dus misschien moeten we via een omweg varen. Meer tijd op zee, minder aan land. Ik ben nu wel benieuwd naar dat mythische Tristan met zijn potato patches, de vulkaan, en de 297 inwoners. En zitten daar echt zoveel albatrossen.
1 april 2005 – Atlantische Oceaan
Een redelijk zonnige dag, buitentemperatuur 17 graden, de wind nog steeds van de verkeerde kant. Het schip blijft flink bewegen, en dat voel ik wel in mijn maag. Tot nu toe gaat het gelukkig goed. Er hangen veel vogels rond de boot, blijft mooi om te zien. Nu zien we weer met grote regelmaat de geelsnavelalbatros.
De scheepskrant van vandaag meldt de ontsnapping van twee passagiers in de sloep... En vanmiddag is er een cocktailparty omdat de ijsmachine is gerepareerd. Ik ben heel benieuwd.
Hier vanuit het warme, droge dekhuis zie je regelmatig de golven over het dek slaan. We liggen flink scheef en iedereen loopt ook scheef. Het geeft wel grappige beelden, bijvoorbeeld als je door de gang benedendeks loopt hangen alle kleren en handdoeken los van de muur. Je moet je altijd vasthouden, je moet altijd je koffiekopje vasthouden, rekening houden met een grote golf. Als je doucht heb je eigenlijk drie handen nodig, je moet je kunnen wassen maar je moet je ook goed vasthouden anders glij je weg en klap je tegen een muur aan. Als je in je bed ligt kun je niet ontspannen liggen want je glijdt compleet naar je voeteneind. Alles kost dus veel meer energie en je gebruikt je spieren wel heel anders.
Vanochtend houdt Luka Bloom mij weer gezelschap. Nu ik alles op een DVD heb gezet luister ik ook naar dingen waar ik anders minder naar luister, zoals de originele “I’m A Bogman” samen met Christy Moore. Ik ken het nummer zo goed van de concerten en van de soloversie van Luka op “Between the Mountain and the Moon”. Ik hou ook erg van de versie van “Holy Ground” uit de Twee Meter Sessies. Ik kan me herinneren dat ik een keer een platenwinkel in liep en dit nummer hoorde. Ik heb eerst staan luisteren en ben vervolgens wat rond gaan kijken. Het klonk zo mooi in die ruimte.
Ik blijf onder de indruk van de inzet van de bemanning. Ze werken 12 uur per dag, elke dag, door het wachtensysteem kunnen ze nooit meer dan een uur of vijf achter elkaar slapen. Ze blijven vriendelijk, pakken alles aan en zijn ook altijd bereid om een praatje te maken of iets nog een keer uit te leggen. En het lukt de mensen in de kombuis nog steeds om lekkere maaltijden te maken ook al worden de verse ingredienten steeds schaarser.
2 april 2005 – Bijna bij Tristan
Vandaag is het echt warm, je ziet de jassen verdwijnen en de korte broeken verschijnen. Iedereen loopt nu in trui of t-shirt aan dek, er liggen minder mensen in de kooien, er zitten minder mensen met een boek in het dekhuis en het is druk op het dek. De meeste mensen zien er ook een stuk gelukkiger uit dan de afgelopen dagen. Minder zieken, meer vrolijkheid door de zon. Onze accordeonspeler zit op het dek en vermaakt de passagiers. Vandaag is ook de dag dat iedereen foto’s maakt van het schip en alles wat er gebeurt. Het is wel leuk iedereen zo tot leven te zien komen.
Morgen moeten we aankomen op Tristan da Cunha. Het ziet er naar uit dat we daar alleen morgenmiddag zullen zijn vanwege het weer en de wind. Echt een bliksembezoek. Dat is wel jammer, ik had wel zin in wat meer uren aan land. De verhouding tussen dagen op zee en dagen aan land is wel een beetje zoek.
Overmorgen zetten we dus al koers voor Kaapstad, de laatste etappe van onze oversteek. Zo gaat het toch nog snel al met al. Het ziet er wel naar uit dat we nog wat echt zomerse dagen krijgen. Het is nu benedendeks soms al erg warm en benauwd.
Het email-systeem aan boord blijft grappig. Onze radio-amateur stuurt via zijn kleine laptop en radio de emails van iedereen via allerlei tussenstations de ruimte in. Het is een komen en gaan van mensen met verschillende digitale kaartjes die mails langsbrengen en ophalen. Nu we weer meer richting land komen is de ontvangst ook weer makkelijker, maar het kan een paar dagen duren voor je mail wordt verstuurd. Het is een wonder dat het uberhaupt kan. Vandaag vind ik het extra leuk omdat mijn broer jarig is en zo kan ik hem toch nog feliciteren.
5 april 2005 – Tristan voorbij
Op de dagen dat het meeste gebeurt heb je de minste tijd om te schrijven. We waren de afgelopen twee dagen op Tristan da Cunha “The Remotest Inhabited Island in the World”. We hadden er al zoveel over gelezen en over gehoord, dan is het grappig ook echt op de plek te komen. Zondagochtend vroeg zeilden we tussen Nightingale en Inaccessible door en toen we wakker werden was Tristan in zicht.
Om op het eiland te komen moet je in een kleine reddingsboot bestuurd door mensen van het eiland. De boot is groter dan de zodiacs waarmee we tot nu toe aan land zijn gegaan. De motoren zijn ook een stuk sterker dus je gaat met flinke vaart over de golven. De rit was wel spectaculair, vooral het laatste stuk. De boot vloog met grote snelheid op de havenmuur aan om pas op het laatste moment een scherpe bocht te maken. Ik zat voorin en kon volop genieten. Tot mijn verbazing was ik ook nog vrijwel droog.
Eenmaal op het eiland kon ik bijna meteen mijn grote ambitie vervullen, ik heb in het museum aan gebreide “Tristan da Cunha” pinguin aangeschaft. Ik had hier ooit een foto van gezien in de Tristan-bijbel van Albert Beintema en het leek me fantastisch zo’n pinguin te kunnen kopen. Mijn dag kon niet meer stuk. Na het museum gingen we nog langs de supermarkt voor een gidsje van het eiland en daarna door naar mijn tweede doel: de aardappelvelden, the potato patches. Het was nog wel een eindje lopen, maar het was lekker zonnig en een mooi pad tussen de heuvels, de koeien en de schapen.
Het landschap is bijzonder, tropische planten en bomen, begraasde heuvels en veel lavasteen. Weer zo heel anders dan South-Georgia. Gras en vlindertjes, heerlijk groen. Het is ook fijn om na twee weken aan boord weer eens echt even de benen te kunnen strekken.
Terug in het dorp eerst langs het postkantoor, daarna naar de pub. Leuk om een paar mensen van het eiland te kunnen spreken. Het is een hele kleine gemeenschap, en ik had een beetje het gevoel dat alle mensen erg op elkaar leken. Ze waren wel vriendelijk. Het was leuk de hier aan boord beroemde Andy Repetto te ontmoeten. Onze radio-amateur heeft bijna dagelijks contact met hem, ergens vanuit de hoek van het dekhuis horen wij een kant van de gesprekken met Andy. Nu weten we met wie al die gesprekken gevoerd worden.
We hadden geluk en mochten de dag erna nog een keer op en neer. Deze keer was de zee wel een stuk ruiger, en de rit in de kleine boot was nog spectaculairder. We krijgen maar een paar uurtjes, maar genoeg om even op het oudste kerkhof te kijken, waar de stichter van de settlement begraven ligt, en bij de restanten van de vulkaanuitbarsting van 1961. Je kunt de stroom van lavasteen goed zien en de stroom heeft het dorp maar net gemist. De stenen hebben vreemde vormen, erop groeien veel mossen eromheen alweer veel planten.
Ik had graag nog langer gebleven en de kans gekregen ook Nighingale te bezoeken. Daar broeden al die vogels waar Tristan zo bekend om is. Ik denk dat dat dan de volgende keer maar moet gebeuren.
De komende twee weken zitten we weer op zee, nog zo’n 1400 mijl naar Kaapstad. Vannacht hadden we een stevige wind en konden we goed vaart maken, nu is het alweer iets rustiger. We hebben ook bericht gekregen van een Franse solozeiler die assistentie heeft gevraagd. Het is een vaag verhaal, steeds weer anders, en het blijft onduidelijk wat we moeten doen. We varen nu in elk geval wel zijn kant op.
6 april 2005 – op weg naar Kaapstad
De duim van Jan heeft een paar dagen geleden klem gezeten in de deur van de bar. De nagel is blauw. Jan vertelt graag verhalen dus hij heeft alle passagiers en bemanningsleden het verhaal al uitgebreid verteld. Vandaag bleek toch nog iemand het niet te hebben gehoord, en Jan gooide zich vol verve weer in het verhaal.
Er is besloten de Franse solozeiler links (of eigenlijk rechts) te laten liggen. De nood is niet zo hoog als was gedacht, wij kunnen niet veel voor hem doen en er komt over een paar dagen een bevoorradingsschip van Tristan deze kant op die hem wel kan slepen. Dat is het eind van veel gespreksstof aan boord.
Ik had vannacht wacht van 12 tot 4, de minst prettige wacht omdat je nacht in tweeen wordt gebroken en omdat je de hele vier uur in het donker staat. Twee keer een half uur gestuurd en dat was wel lekker. Het was heerlijk fris, niet koud en het was droog. Af en toe was het even helder en kreeg je een prachtige sterrenhemel te zien. In het water waren de kleine lichtjes van het plankton zichtbaar, ook heel bijzonder. Het is ’s nachts overal heerlijk rustig. Je ziet de mensen uit je wacht en de vaste bemanningsleden die wacht draaien. Tussen het werk door kun je wat lezen of even kletsen. Soms kun je in deze wacht ook helpen in de kombuis met het bakken van brood of koekjes. Dat heb ik de vorige keer gedaan en dat was ook leuk om te doen.
Het is nu weer lekker zonnig, dus het is druk aan dek. Mensen zitten lekker in de zon met een boekje, kijken vogels of staren wat voor zich uit. Als het goed is moeten we nog meer van zulke dagen krijgen tussen nu en Kaapstad. Je krijgt er bijna een vakantiegevoel van. Er wordt nu ook weer gevochten om het stuur.
Zijn verwonding weerhoudt Jan er niet van zijn accordeon te spelen aan dek. Hij heeft blijkbaar een wat beperkt repertoire want hij speelt al vijf weken dezelfde liedjes. Hij houdt zich in elk geval in het algemeen aan het zeemansthema. Mies neuriet zich intussen een weg door het schip, zwaaiend met haar sokken, en in haar korte broek. Ze is 70 maar wil dat eigenlijk niet weten. Ze wil vooral genieten van de elementen.
Voor sommige mensen duurt de reis nu wel lang genoeg, en het vooruitzicht nog tien dagen op zee te zijn maakt niet iedereen gelukkig. Een van de Amerikaanse dames houdt het al een tijdje voor gezien en als het had gekund was ze op Tristan da Cunha uitgestapt om naar huis te vliegen. Ze had verkeerde verwachtingen van deze reis, en er is voor haar eigenlijk weinig te doen. Ze maakt wat puzzels, doet een spelletje op de computer en leest een boekje. Ze houdt er niet van aan dek te zijn, een lunch aan dek vindt ze al vervelend. Ze was blijkbaar eerder op een luxere zeilboot met een casino en allerlei andere vormen van amusement en waar je niet werd geacht mee te zeilen. Haar man is een verwoed zeiler en is vaak aan dek te vinden of aan het roer, dus ze is vaak alleen. Voor haar heeft het nu wel lang genoeg geduurd.
Een ander Amerikaans stel is iets gelukkiger aan boord. De man is 76, een echte buitensporter en voormalig bergbeklimmer, en hij beweegt zich makkelijk over het schip of in de mast. Het stel is al 55 jaar getrouwd, altijd samen gebleven, en zij steunt hem in alles. Een paar dagen geleden hebben ze samen, ondersteund door twee andere, zorgvuldig uitgekozen, passagiers, een voordracht gehouden. De man deed dat vol overgave en gevoel voor dramatiek, en het was voor hem niet moeilijk de aandacht van het publiek vast te houden.
Voor mijn gevoel ben ik nu pas echt gewend aan het leven aan boord en ik kan me redelijk handhaven. Ik draai een deel van de wachten, dus ik kan meehelpen maar ook uitrusten. Er is tijd om foto’s te maken, aan dek vogels te kijken, te schrijven, te lezen. Ik ben ook al lang niet meer zeeziek, en dat voelt wel goed. Bewegen blijft af en toe moeilijk, we hellen nu naar bakboord, dus alles schuift weer een andere kant op dan de voorgaande weken. Op zich liggen we wel stabiel dus je hoeft niet steeds kopjes te vangen die worden gelanceerd en als je even je glas neerzet ligt het niet binnen een minuut op je schoot. Ik ben wel andersom gaan liggen in mijn bed, en we kunnen niet meer douchen in onze hut omdat het water nooit bij de afvoer komt.
Ik kan ook wel genieten van het zicht op de zeilen met de wind erin en daarachter de wolken en de blauwe lucht. Het is mooi om te zien hoe het schip zich door de golven beweegt, hoe de vogels erachter hangen. Je kunt eindeloos ver kijken, je ziet alleen oceaan.
Tussen het oceaanleven door ben ik ook nog steeds druk aan het lezen. Ik heb de vierde Jane Austen gevonden, “Mansfield Park”, maar dat boek is minder licht van toon dan de andere drie en veel moraliserender. De muziek op mijn koptelefoontje is op het moment vooral de Beautiful South. Er zijn perioden dat ik elke dag naar die band luister, en ik vind het jammer dat ik maar een cd heb meegenomen. Tegelijk blijft het leuk dat je hier gewoon naar je eigen muziek komt luisteren.
Dit zijn wel echt de dagen dat iedereen op iedereen let en zich overal mee bemoeit. Sommige mensen maken daar een dagtaak van, en dat is soms heel vermoeiend. Je moet soms een beetje uitkijken, en je hoort ook steeds uitspraken van andere mensen herhaald. Ik geloof dat het nu weer tijd wordt dat ik lekker naar buiten ga om albatrossen te bekijken.
8 april 2005 – Atlantische oceaan
We varen vandaag op de motor naar het zuidoosten op zoek naar wind. Dat is wel grappig, we moeten eigenlijk naar het noorden. Het leven aan boord van een tall ship zit altijd vol verrassingen. Het is wel mooi weer, koud maar zonnig. Vreemd te bedenken dat we nog maar een weekje zeilen naar Kaapstad, volgende week om deze tijd hebben we de Tafelberg al bijna in zicht. Voordeel van het varen op de motor is dat we overstag zijn gegaan, dat het putje in de douche weer aan de goede kant zit, en dat we vandaag kunnen douchen. Zo kun je met simpele dingen al heel blij zijn.
Ik zie Jaap druk in de weer met de grote groene teil: hij is bezig zijn was te doen. Je kunt kleine hoeveelheden wasgoed inleveren bij de huishoudelijke dienst, maar de rest moet je zelf wassen. In Antarctica was dat lastig, heel koud water, dus hele koude handen. Hier gaat het een stuk beter. Een andere passagier, onze Duitse Asterix, heeft het wel voor elkaar gekregen de andere groene teil overboord te gooien. Het kind met het badwater.
Ik heb Luka Bloom op shuffle staan, dan hoor je liedjes in andere volgorde, minder verwacht en vanzelfsprekend, en dan luister je weer anders. Ik hoor nu “Diamond Mountain”, dat vond ik altijd al mooi maar nu valt me weer op hoe mooi.
Er zijn aan boord twee timmerlieden, een van hen is een Canadese jongen uit Quebec. Hij is nog erg jong, niet zo groot, en hij heeft een mooi rood sikje. Hij leidt een beetje een zwervend bestaan, geloof ik. Hij heeft een apart gevoel voor humor, en maakt mooie kastjes en andere meubelstukken. Eigenlijk is hij meubelmaker. Hij is altijd ergens achter het dekhuis bezig. De andere timmerman komt uit Nederland. Hij maakt nieuwe treden voor de trap waar een paar dagen geleden iemand van naar beneden viel.
Vlak achter het dekhuis is een hoge balk die door een aantal bemanningsleden en passagiers wordt gebruikt als trainingsapparaat. Net was een man of zes bezig zich op te trekken. Natuurlijk wordt dat meteen een wedstrijd waar iedereen zich in mengt. Het is wel grappig om te zien. De een wil niet onderdoen voor de ander.
Ik begin het sturen van het schip nu wel leuk te vinden, hoewel het soms moeilijk is. Ik let op het kompas en op de koers die me opgegeven wordt. Eigenlijk moet je meer op de zeilen letten, maar ik ben nog niet zo ver dat ik daar heel veel aan zie. Ik moet nog maar een beetje oefenen, denk ik. Straks heb ik weer wacht, dan mag ik weer een half uurtje sturen.
Er is hier aan boord veel aandacht voor alles wat met het eten te maken heeft. Iedereen weet precies wanneer de koekjes worden neergezet, wanneer er iets bijzonders is, en waar je op moet letten. De maaltijden zijn op vaste tijden en er is vaak iets extra’s. Er is een routine in alles, ook in het eten, het zijn altijd dezelfde mensen die vooraan in de rij staan, die er als eerste bij zijn als het om koekjes gaat, en het zijn vaak dezelfde die zich misdeeld voelen. Er is altijd ruim voldoende voor iedereen, zelfs na zes weken is er nog voldoende variatie, en voor ons, de vegetariers, wordt veel moeite gedaan.
Het is grappig dat je onwillekeurig meegaat in allerlei dingen waar je eigenlijk niet in mee wilt. Je gaat ook letten op het eten en de koekjes, je let veel te veel op sommigen van de mede-passagiers, soms zit je te veel te klagen en te roddelen. Ik probeer me zoveel mogelijk met mezelf en mijn eigen dingen bezig te houden, m’n eigen gang te gaan, maar soms ontkom je er niet aan in zo’n kleine gemeenschap.
Onze tweede stuurman is een Amerikaan die moeilijk van zijn stuk te brengen is. Hij is 29, komt uit Florida, en heeft altijd wel een sterk verhaal te vertellen. In zijn volgende leven wil hij terugkomen als walvis, dan kan hij lang leven, elk jaar de helft van de tijd bezig zijn met eten, de andere helft met het maken van baby’s. Hij is erg aardig, en kan goed uitleggen wat je nu eigenlijk moet doen en wat er van je verwacht wordt.
9 april 2005 – Onderweg naar Kaapstad
Als je met een zeilschip van 60 meter lang over de Atlantische Oceaan vaart kun je je iets meer voorstellen bij het idee dat de aarde een platte pannenkoek is. Ik heb vaak het gevoel dat ik in mijn scheepje in een panorama vaar, zoiets als het panorama van Mesdag. Je kunt rondom overal de horizon zien, behalve daar waar je een zeil in beeld hebt. Helemaal rondom houdt het beeld op waar de zee de lucht raakt. Ons schip zeilt daar middenin. Het panorama beweegt met ons mee en blijft altijd perfect rond. Het beeld verandert steeds wel, de wolkentekeningen, het blauw en de buien in de verte. Als je op het achterdek staat kijk je ook steeds mooi in de zeilen.
De activiteit aan boord is soms onvoorstelbaar. Vandaag worden er nieuwe ra’s en zeilen bijgezet. Dat betekent dat er, terwijl we met een snelheid van 7 knopen varen, iemand hoog in de mast met grote stukken hout in de weer is. Onderweg wordt ook onderhoud gepleegd, er worden zeilen gerepareerd, blokken geschuurd, kastjes gemaakt. Tegelijkertijd zijn er altijd wel mensen die slapen omdat dit een 24-uursbedrijf is. Er hebben altijd ’s nachts mensen wacht die overdag slapen.
Bijna alle passagiers leggen op een of andere manier hun ervaringen vast. Je ziet altijd wel mensen met dagboekjes rondlopen en schrijven, of achter hun laptop zitten. Er wordt ook veel gefotografeerd en gefilmd. Soms heb ik wel de indruk dat mensen niet meer gewoon kunnen kijken maar dat altijd alles door een lens moet en moet worden vastgelegd. Als je gewoon kijkt zie je wel veel meer en veel breder. Het lijkt wel of mensen iets niet gezien hebben als ze het niet vastgelegd hebben.
Het is een mooie dag vandaag. We hebben een redelijke snelheid maar liggen wel stabiel. Er zijn wat wolken maar vooral een blauwe lucht. Je ziet weer mensen bezig met de was en er hangt wasgoed op verschillende plekken op de dekken. Er zitten ook weer mensen met hun boek in de zon. De reflectie van het zonlicht in de zee is erg mooi. Er zijn ook weer veel vogels rondom de boot. Nog steeds veel grote pijlstormvogels, mooie elegante vogels. En de albatrossen blijven imposant.
Het sociale leven aan boord blijft schommelen. Na 6 weken samen met dezelfde groep heeft een aantal dingen zich gestabiliseerd. Er zijn kleine groepjes die wat vaker met elkaar optrekken en die in elkaars aanwezigheid ontspannen zijn. Ik heb ook een paar mensen gevonden bij wie ik me prima op mijn gemak voel en met wie ik graag klets. Dat zijn er de wat meer gespannen relaties, de mensen waar anderen zich aan ergeren. Naarmate de reis vordert wordt de spanning groter en zijn er meer mensen die elkaar ontlopen. En er zijn een paar mensen die erin slagen bijna iedereen op de zenuwen te werken. Het lukt onze scheepsarts intussen om de ontbijtzaal vrij snel leeg te krijgen. Zelfs de meest geduldige, rustige en aardige passagiers doen intussen veel moeite om hem te ontlopen. Ik doe dat al weken.
13 april 2005 – Richting Kaapstad
Antarctica ligt nu ver achter ons, nog ongeveer drie dagen zeilen tot Kaapstad. We varen zo langzaamaan het subtropisch gebied binnen. Het is warm buiten, mensen zitten met boek in korte broek aan dek. Wel voldoende wind om snelheid te houden, dus we gaan met vaart op Kaapstad aan. Het is een mooie blauwe lucht om het schip, wel witte wolkjes, maar dat is een prachtig gezicht.
Ik heb twee dagen op het achterdek foto’s staan maken van de albatrossen. Ik kon een telelens lenen, dus ik kon nu ook wat betere foto’s maken. Het is wel leuk om te doen, en ik wil het wel wat vaker gaan doen. Ik heb ook wat foto’s gemaakt van mensen aan boord, dat vind ik ook leuk om te doen. Ik moet me er eerst maar eens wat meer in verdiepen zodat ik wat beter weet wat ik nu eigenlijk aan het doen ben.
Het schip ziet er mooi uit nu alle extra zeilen ook gezet zijn, ongeveer zoals op alle reclame-foto’s. We kunnen gelukkig wel echt zeilen op het moment en de motor hoeft niet aan. Dat is vooral ’s nachts fijn, op deze manier kun je gewoon de hele nacht doorslapen. We hebben nog maar een keer een nachtwacht, dus kunnen we voor Kaapstad nog een beetje uitrusten. Wacht op dit moment is vooral sturen, en dat is vaak nog wel te combineren met het kijken naar alle vogels. Er is de afgelopen dagen hard gewerkt om het schip een beetje op te poetsen, zelfs een deel van de buitenkant is geverfd.
Je kunt merken dat mensen moe worden en dat de reis bijna afgelopen is. Er gebeuren meer kleine ongelukjes, mensen ergeren zich meer aan elkaar, en zelfs de meest gelijkmatige, rustige mensen beginnen bepaalde andere passagiers te ontlopen. Sommige passagiers worden zeer regelmatig ontlopen. Het is nu ook makkelijker omdat je op het hele schip kunt gaan zitten, niet alleen binnen. De Amerikaanse vrouw die alleen is meegekomen omdat haar man graag zeilt zit nog steeds de hele dag binnen. Ze komt alleen voor de lunch aan dek. Eigenlijk is ze de reis al heel lang zat. Een andere Amerikaanse is nog steeds bezig met haar proefschrift en zit meestal in het dekhuis te werken. In elk geval is ze nu niet meer zo ziek en kan ze ook echt werken.
Ik merk dat ik ook op moet passen en niet de hele dag op andere mensen moet gaan zitten letten. Het is leuker om gewoon voor jezelf bezig te zijn, maar je ontkomt er niet helemaal aan. Het zal vreemd zijn straks weer aan wal te zijn. Eerst in Kaapstad waar je helemaal niemand kent, dan weer thuis waar je wel veel dezelfde gezichten ziet van dag tot dag, maar veel meer en veel minder intensief. Na 7 weken zal dat wel weer wennen zijn.
Nu worden er ook weer zeilen bijgezet. Het zijn vooral de echte zeilers die zich daar nog mee bezig houden. Vandaag werkt onze birthday boy ook mee. Verjaardagen aan boord worden gevierd met taart aan dek, en de laatste paar keer ook met klein cadeautjes die mensen hebben gemaakt. De laatste jarige is vandaag aan de beurt en hij heeft meteen goed ingezet. Hij heeft zich getooid met slingers en een strooien hoed met roos. Zo weet iedereen in elk geval wie er jarig is.
Ik luister weer naar Luka Bloom, en het gaat me nog niet vervelen. Ik bedacht me dat hij op 6 mei weer in Amsterdam speelt en ik heb er nu al weer zin in hem te zien en horen spelen. Het lijkt me heerlijk ook weer dingen te kunnen doen die niets met zeilen en de zee te maken hebben. Het lijkt me ook heerlijk weer meer te kunnen bewegen, een eind te kunnen wandelen, hard te lopen, of te fietsen. Je kunt hier niet veel kanten op, en lichaamsbeweging is niet echt aan de orde, behalve dan het af en toe trekken aan touwen om zeilen te hijsen of te strijken.
15 april 2005 – bijna aan land
Het lijkt of ik lang niet heb geschreven, maar dat valt wel mee. Het is de een na laatste dag aan boord van het schip, en je kunt aan alles merken dat we bijna in de haven zijn. Het schip wordt opgeruimd en schoongemaakt, mensen zijn foto’s aan het maken van het schip en de dingen die hier al weken gebeuren. Er wordt geld opgehaald voor de bemanning, er wordt een loflied gemaakt, verslagen worden afgerond, digitale foto’s uitgewisseld. Je ziet mensen rondlopen met gidsjes van Kaapstad.
Het is een vreemd idee dat ik volgende week om deze tijd alweer een dag heb gewerkt, ik kan het me nog moeilijk voorstellen. We zitten nu bijna zeven weken met deze groep van 49 mensen aan boord van het schip en we hebben in die tijd weinig andere mensen gezien, een paar op South Georgia, een paar op Tristan da Cunha. Overmorgen lopen we in een grote stad tussen alleen maar mensen die we niet kennen. Hier kun je op elk moment met wie je ook ziet een praatje beginnen omdat je iedereen kent. De spanningen beginnen ook wel toe te nemen, dus waarschijnlijk is het goed dat we bijna aan het eind van de reis zijn.
We hadden vannacht onze laatste nachtdienst en konden tijdens het sturen genieten van een heldere sterrenhemel en een prachtig gezicht op de Melkweg. Tussendoor moest er ook nog worden gebrast, de masten en ra’s moesten zo worden gedraaid dat ze de meeste en de juiste wind konden vangen. Het betekent vooral aan touwen trekken of touwen laten vieren. Brassen heeft hier aan boord een bijna mythische betekenis. Als je dat helemaal snapt ben je geslaagd.
Na een nachtdienst ben je altijd brak en vooral heel erg moe. Vandaag is het rustig op zee, weinig vogels, dus we missen niet zo veel. Ik wil ook nog mijn laatste boek uitlezen, een thriller. Niet zo heel bijzonder, maar toch. Na mijn portie Jane Austen, en “Mansfield Park” is een behoorlijk taai boek, heb ik twee boeken van Karel Glastra van Loon gelezen. Wel mooi, moet ik zeggen. Ik ga thuis nog maar even verder met Jane Austen, ik zit daar nu wel weer helemaal in.
Gisteren heb ik weer een tijd foto’s gemaakt en er zaten een paar mooie bij. Je maakt er veel maar er zijn er steeds maar een paar echt de moeite waard. Ik begin het toestel en de principes nu een beetje te begrijpen, maar ik zal nog wel wat moeten oefenen voor het echt wat wordt. Ik begin het in elk geval steeds leuker te vinden. Ik vind het leuk om vogelfoto’s te maken, maar ook om leuke portretten of andere foto’s van mensen aan boord te maken.
25 april 2005 – weer thuis
We zijn alweer bijna een week thuis. De tijd gaat zo snel. Ik kan me nu moeilijk meer voorstellen dat ik deze tijd vorige week ergens bij de waterzuivering van Kaapstad naar pelikanen, flamingo’s en ibissen stond te kijken.
De aankomst in Kaapstad was wel indrukwekkend. We waren ’s ochtends vroeg opgestaan om Kaap de Goede Hoop te kunnen zien, een mooi uitzicht. We waren amper aan dek of er kwam een enorme groep dolfijnen op het schip af, gewoon onderweg van A naar B en ons schip lag toevallig op de route. Ze kwamen van bakboord aanzwemmen, doken onder de boot door en gingen aan stuurboord weer verder. Het moeten er honderden geweest zijn. Later speelden er nog dwarsgestreepte dolfijnen een tijd om de boot heen, ook een mooi gezicht. Ik stond net aan het roer maar dat ging niet helemaal goed en ik was al snel 30 graden van koers. Gelukkig nam Jason even het stuur van mij over zodat ik ook even kon gaan kijken.
Hier zagen we ook de Kaapse Jan van Genten en onze eerste afrikaanse pinguins. Even later werden alle vogels vervangen door kleine jachtjes die ons begeleidden naar de haven, het was een feestelijke intocht. Op de kade ook nog veel mensen, het was een mooie zaterdagmiddag dus het was druk aan het Waterfront.
Na alle douane-formaliteiten mochten we dan tegen vieren echt aan wal. Land onder de voeten, en dan nog wel Afrikaans land, voor mij ook nieuw. Even pinnen en informatie opvragen bij de VVV en daarna het afscheidsdiner aan boord. Een groot saladebuffet met vooral veel verse groente en fruit. Het was heerlijk na alle diepvries en blikgroenten.
Het was wel vreemd om nu allemaal andere gezichten aan boord te zien, de nieuwe kapitein, nieuwe bemanningsleden, bijna een inbreuk op je privacy. De volgende ochtend was het afscheid nemen, niet iedereen was op tijd wakker, dus ik kon niet iedereen gedag zeggen, maar de meeste mensen wel. Dat is toch wel vreemd en in veel gevallen erg jammer, omdat je zo lang zo intensief met elkaar optrekt.
Onze drie dagen in Kaapstad zijn goed besteed met bezoeken aan de Kirstenbosch Botanische Tuin, de Waterzuivering en Rondevlei. Drie gebieden waar je veel vogels kunt zien, en ik was zeer onder de indruk van de grote varieteit aan vogels, van de kleine maar prachtige brilvogeltjes tot de gigantische pelikanen. In de botanische tuin vooral bos- en tuinvogeltjes, bij de waterzuivering veel wadvogels, waaronder veel steltkluten en koereigers. Heel mooi. Hoogtepunten waren de grote uil die we bij de waterzuivering langs het pad zagen zitten, en de ijsvogeltjes in Rondevlei.
De laatste dag hebben we nog een bezoek gebracht aan Robbeneiland. Je krijgt daar maar heel weinig tijd, dus we hebben ervoor gekozen buiten te lopen en zwartvoetpinguins te bekijken en om niet de hele rondleiding door de gevangenis mee te maken. Als ik ooit nog terugga zou ik dat wel doen, denk ik, maar ik vond het nu vooral leuk de pinguins te kunnen bekijken. Er is veel te zien in Zuid-Afrika.
Ik ben nog wel bezig alle indrukken te verwerken. Als ik nu terugkijk, alle foto’s weer zie, dan komen veel herinneringen terug, maar het is wel veel. Ik kan ook nog even moeilijk aarden in het dagelijks leven. Ik hoop dat dat wel snel weer lukt.
Abonneren op:
Posts (Atom)